UTRECHT – De rechtbank Midden-Nederland heeft een boete van € 280 voor het door rood rijden met een vrachtwagen vernietigd. De kantonrechter oordeelde dat het beroep van het transportbedrijf, hoewel te laat ingediend, toch ontvankelijk was. Ook vond de rechter dat niet bewezen kon worden dat de chauffeur daadwerkelijk door rood reed.
Termijnoverschrijding verschoonbaar
De boete was opgelegd na een verkeerscontrole op 25 oktober 2023, omdat een vrachtwagen van het bedrijf een rood verkeerslicht zou hebben genegeerd. Het beroep bij de officier van justitie werd aanvankelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend.
De kantonrechter paste echter de lijn van de hoogste bestuursrechters toe, waarin meer maatwerk wordt gevraagd bij bestraffende sancties. In dit geval had de Engelstalige chauffeur de uiterste datum voor betaling verward met de datum voor het instellen van beroep. Toen hij zijn vergissing ontdekte, stelde hij direct alsnog beroep in. De termijnoverschrijding van ruim een week werd daarom verschoonbaar geacht.
Onzekerheid over roodlichtovertreding
Bij de inhoudelijke beoordeling keek de rechter naar de foto’s van de roodlichtcamera. Daarop was te zien dat het verkeerslicht voor rechtdoor rood stond en dat de rijstrook voor rechtsaf groen licht gaf. De foto’s waren donker en lieten onduidelijkheid zien over de exacte positie van de vrachtwagen.
De chauffeur verklaarde dat hij rechtsaf sloeg richting het bedrijf, dat direct naast het kruispunt ligt. Volgens de kantonrechter is dit aannemelijk. Mogelijk heeft de vrachtwagen de detectielussen voor rechtdoor geactiveerd door een te ruime bocht te nemen. Omdat niet vaststaat dat de chauffeur daadwerkelijk door rood reed, krijgt hij het voordeel van de twijfel.
Uitspraak
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie én de oorspronkelijke boete. Het te veel betaalde bedrag moet aan het bedrijf worden terugbetaald.




