ASSEN – Verzekeraar TVM moet de frauderegistratie van een klant uit het Intern Verwijzingsregister (IVR) en Extern Verwijzingsregister (EVR) verwijderen. Dat heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland bepaald in een kort geding. Volgens de rechter is onvoldoende bewezen dat de man opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken gaf om de verzekeraar te misleiden.
De zaak draaide om een schadeclaim van een eigenaar van een Renault Trafic-bestelbus. De man meldde in oktober 2024 bij TVM dat zijn voertuig was beschadigd door een vrachtwagen bij een bouwterrein. TVM concludeerde na onderzoek dat het om oude schade ging en dat de verzekerde bewust probeerde schade te claimen waar hij geen recht op had. De verzekeraar registreerde hem daarom in de frauderegisters en zegde zijn polis op.
De klant ontkende fraude en stapte naar de rechter. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet is vast te stellen dat de man wist van bestaande schade aan de bus. Volgens de rechter lijkt eerder de garage waar hij de auto kocht hem hierover onjuist te hebben geïnformeerd. TVM had bovendien geen technisch onderzoek aan het voertuig laten uitvoeren.
De rechter vindt de gevolgen van een frauderegistratie ernstig, omdat die het vrijwel onmogelijk maakt om nieuwe verzekeringen af te sluiten. Daarom moet TVM de registraties ongedaan maken, de opzegging van de verzekering terugdraaien en het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit informeren over de uitschrijving. Doet de verzekeraar dat niet op tijd, dan volgt een dwangsom van maximaal 20.000 euro.
TVM is daarnaast veroordeeld tot het betalen van ruim 1.760 euro aan proceskosten.