UTRECHT – Vakbond FNV reageert kritisch op de recente oproep van PostNL voor miljoenen euro’s aan overheidssteun. Hoewel de bond erkent dat er compensatie nodig is om de postmarkt goed te laten functioneren, vindt zij dat PostNL ook haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen – met name richting het personeel.
“Als je als overheid een bedrijf een publieke taak geeft, moet je ook zorgen voor een eerlijke vergoeding,” stelt Pieter Beuzenberg, bestuurder bij de FNV. “Maar dat betekent niet dat er zomaar miljoenen moeten worden overgemaakt aan een bedrijf dat zijn eigen verantwoordelijkheid ontloopt.”
Lage lonen en hoge werkdruk
De vakbond wijst op de structureel lage beloning van de circa 22.000 postbezorgers bij PostNL. Velen van hen werken in kleine deeltijdbanen tegen een loon op of net boven het wettelijk minimum. Volgens de FNV duurt het tien jaar voordat een postbezorger er bruto 70 cent per uur op vooruitgaat – en dat is meteen het maximum binnen de loonschaal. Door inflatie is die stijging bovendien nauwelijks nog iets waard.
Beuzenberg: “De werkdruk is hoog en het personeelstekort groeit, maar in plaats van te investeren in de mensen, dreigt PostNL met ontslagen als er geen geld van de overheid komt. Dat is respectloos tegenover de mensen die dagelijks door weer en wind de post rondbrengen.”
Kritiek op topbeloningen
Ook de beloning aan de top van het bedrijf ligt onder vuur. Volgens de FNV is het onacceptabel dat PostNL klaagt over loonkosten, terwijl het management zichzelf riante salarissen uitkeert en het bedrijf zich vooral druk maakt over dividenduitkeringen.
De bond stelt dat als een bedrijf een publieke taak uitvoert, daar ook een norm voor verantwoord beloningsbeleid bij hoort.
Steun moet naar werkvloer
De FNV is duidelijk: compensatie voor de postmarkt is noodzakelijk, maar het geld moet terechtkomen bij de werkvloer – bij postbezorgers, chauffeurs, sorteerders en andere medewerkers die de postbezorging draaiende houden. Niet bij aandeelhouders of als bonus voor het hogere management.