LEEUWARDEN – De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft de schippers van de watertaxi en de veerboot die betrokken waren bij de dodelijke aanvaring op de Waddenzee op 21 oktober 2022 veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.
Aanvaring
In de vroege ochtend van 21 oktober 2022 vond in het Schuitengat op de Waddenzee, vlakbij Terschelling, een aanvaring plaats tussen snelle veerboot de Tiger en watertaxi de Stormloper. De kapitein van de veerboot was onderweg van Terschelling naar Harlingen en de schipper van de watertaxi was met zeven opvarenden op weg van Harlingen naar Terschelling. De opvarenden zouden op Terschelling in de bouw aan het werk gaan. Eén van hen was een 12-jarige jongen, die een dagje met zijn vader mee was.
Diepe impact
Na de aanvaring belandden een aantal opvarenden direct in het koude water, terwijl andere opvarenden vastzaten in de met water vollopende zinkende watertaxi. Als gevolg van de aanvaring zijn vier opvarenden, waaronder de 12-jarige jongen, overleden. Wonder boven wonder hebben de andere drie opvarenden en de schipper van de watertaxi het wel overleefd.
Twee opvarenden bleken zwaar lichamelijk letsel te hebben. Het is bijzonder beangstigend, pijnlijk en traumatisch wat de opvarenden van de watertaxi hebben meegemaakt. Voor alle opvarenden was levensgevaar ontstaan, waarbij dit gevaar zich in het geval van vier opvarenden heeft verwezenlijkt. Daarmee is aan de nabestaanden van deze vier opvarenden onherstelbaar leed toegebracht. Dit ongeval heeft diepe impact op de direct betrokkenen, maar ook op de eilandbewoners en de Friese gemeenschap als geheel.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de dood van de vier opvarenden, het zwaar lichamelijk letsel van twee opvarenden en het zinken van de watertaxi aan de schuld van de beide schippers te wijten is. De schippers hebben zich naar het oordeel van de rechtbank verwijtbaar aanmerkelijk onvoorzichtig gedragen.
Terwijl beide schepen elkaar op korte onderlinge afstand waren genaderd en in elkaars vaarwater zaten, hebben beide verdachten hun te hoge vaarsnelheid onverminderd doorgezet, onvoldoende gecommuniceerd over de wijze van passage en zich er onvoldoende van vergewist dat zij hun koers veilig konden wijzigen. De rechtbank neemt de schippers dit zeer kwalijk.
Om van en naar de Waddeneilanden te gaan, is men afhankelijk van vervoer via de veerboten en watertaxi’s. Gelet op deze afhankelijkheid kan men niet anders dan vertrouwen hebben in de kennis en kunde van de schippers en erop vertrouwen dat de overtochten op een veilige manier gebeuren.
De beide schippers hebben dit vertrouwen ernstig geschonden.