VENRAY – De stakingen die vakbond FNV op 25 juni is gestart binnen de uitzendsector zijn sinds 21 juli tijdelijk opgeschort. OTTO Work Force spreekt zich nu voor het eerst publiekelijk uit over de acties. CEO Raymond Puts uit zijn verbazing over de opstelling van de vakbond.
Puts benadrukt dat het recht om te staken voor OTTO Work Force niet ter discussie staat. “Met mijn achtergrond bij de AWVN weet ik hoe belangrijk dat recht is. Juist daarom is het des te moeilijker te begrijpen waarom de FNV nu actievoert tegen een afspraak die zij zelf heeft ondertekend.”
Hij verwijst daarmee naar het SER-advies uit juni 2021: ‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving’. In dat advies, waar de FNV aan meewerkte en haar handtekening onder heeft gezet, werd afgesproken dat uitzendkrachten recht hebben op een gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket. Volgens Puts is deze afspraak direct vertaald in de nieuwe cao.
“Dat de FNV nu tegen die cao in actie komt, is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk.” FNV geeft als reden voor de stakingen dat de uitwerking van de cao mogelijk zou leiden tot verslechteringen voor uitzendkrachten. Maar die uitwerking ligt er nog niet, stelt OTTO. “Het is alsof je staakt voor hoger loon, terwijl het eerste bod nog niet op tafel ligt”, aldus Puts.
Dat OTTO Work Force, als een van de grootste uitzendorganisaties van Nederland, betrokken wordt bij deze acties is geen verrassing. Waarom juist hier? “Omdat het overgrote deel van onze mensen een contract heeft in fase C, mét vaste uren. Met die zekerheid staakt het zekerder, volgens de FNV. Goed werkgeverschap lijkt in dit geval te worden afgestraft.”
Bij OTTO rijst de vraag wie nu daadwerkelijk het belang van werkenden vertegenwoordigt. Volgens het bedrijf is dat in elk geval niet de FNV. OTTO stelt dat de vakbond tijdens de recente stakingsperiode haar medewerkers als speelbal heeft gebruikt en onjuiste informatie verspreidt, waaronder verdraaide feiten over loon, verlof en ziektegeld.
Ook de suggestie vanuit FNV dat OTTO terugkerende medewerkers zou ‘straffen’, klopt volgens het bedrijf niet. “Wanneer een tijdelijke staking op zeer korte termijn wordt opgeheven, is er een paar dagen organisatorische ruimte nodig,” legt Puts uit. “Bestaande planningen moeten worden aangepast en het werkvolume moet weer worden teruggebracht naar de plek waar de staking is beëindigd.”
Ondanks die uitdaging lukt het OTTO om het overgrote deel van de terugkerende stakers weer bij hun oorspronkelijke werkplek aan het werk te krijgen. Voor de overige medewerkers wordt gewerkt aan een passende oplossing. Daarnaast benadrukt OTTO dat de medewerkers geen inkomsten mislopen. “Wij betalen hen gewoon door. Dat is een belangrijk detail dat FNV blijkbaar is vergeten te vermelden.”