Clicky

vrijdag 18 juli 2025 - 19:09 uur

HomeTRANSPORTNIEUWSWegvervoerAannemersbedrijf moet transportkosten van ruim € 19.800 alsnog betalen aan transportbedrijf na...

Aannemersbedrijf moet transportkosten van ruim € 19.800 alsnog betalen aan transportbedrijf na juridisch geschil over bevoegdheid werknemer

’s-HERTOGENBOSCH – Een aannemersbedrijf uit Noord-Brabant is door het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch veroordeeld tot betaling van ruim € 19.800 aan openstaande transportkosten aan een logistiek dienstverlener. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerde uitspraak van de rechtbank.

Het bedrijf stelde dat de opdracht voor het internationale transport ten onrechte was gegeven door een medewerker zonder voldoende bevoegdheid, maar het hof oordeelde dat de transporteur mocht vertrouwen op de bevoegdheid van deze medewerker.

Het transportbedrijf had in opdracht van de medewerker meerdere containers met bouwmaterialen vanuit Turkije naar Nederland vervoerd. De vracht werd afgeleverd op het adres van het aannemersbedrijf, zonder enig protest in ontvangst genomen, en deels betaald. De betaling van het resterende bedrag bleef echter uit. Volgens het aannemersbedrijf mocht de betrokken medewerker slechts opdrachten geven tot een bedrag van € 500, op basis van een beperkte volmacht in het handelsregister.

Schijn van volmachtverlening

Het hof stelde vast dat de medewerker in de praktijk structureel optrad als contactpersoon van het aannemersbedrijf richting de transporteur, ook bij eerdere transporten. Bovendien werden de goederen geaccepteerd, documenten ondertekend, en facturen deels betaald zonder bezwaar. Daarmee is sprake van gerechtvaardigd vertrouwen bij de transporteur, oftewel ‘schijn van volmachtverlening’, zoals bedoeld in artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Het hof oordeelde dan ook dat de transportovereenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen, en het aannemersbedrijf moet het openstaande bedrag alsnog betalen.

Kosten lopen op

Naast de hoofdsom van ruim € 19.800 inclusief btw, is het aannemersbedrijf ook veroordeeld tot betaling van de wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, die door het hof zijn vastgesteld op € 6.240,50. In totaal loopt het verschuldigde bedrag daarmee op tot ruim € 26.000.

Het hof bekrachtigde hiermee het eerdere oordeel van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, en verwierp het hoger beroep van het aannemersbedrijf.

MEER NIEUWS
×