ROTTERDAM – Een vrachtwagenchauffeur die op 11 juli 2023 een ernstig ongeval veroorzaakte op de A15 bij Gorinchem is door de rechtbank Rotterdam veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur. Daarnaast kreeg hij een voorwaardelijke rijontzegging van drie maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd vonnis.
De man reed die dag met zijn vrachtwagen met oplegger op de snelweg ter hoogte van knooppunt Gorinchem. Ondanks duidelijk geactiveerde matrixborden die een maximumsnelheid van 50 km/u aangaven vanwege een file, bleef hij rijden met snelheden tussen de 75 en 81 km/u. Hij merkte de file voor hem niet tijdig op en botste met hoge snelheid achterop een stilstaande personenauto. Deze werd vervolgens klemgereden tussen twee vrachtwagens.
De bestuurster van de personenauto raakte daarbij ernstig gewond. Ze liep onder andere een gebroken dijbeen en een gescheurde milt op.
Structurele onoplettendheid
De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat er slechts sprake was van een kort moment van onoplettendheid. Volgens de rechters negeerde de chauffeur over een afstand van minimaal 650 meter herhaalde snelheidswaarschuwingen. “Er is sprake van aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag,” aldus de rechtbank. Daarmee is volgens de rechtbank sprake van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, wat hem strafbaar maakt.
Persoonlijke omstandigheden meegewogen
Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met het blanco strafblad van de chauffeur, zijn spijtbetuiging en het feit dat hij naar aanleiding van het ongeluk psychische klachten heeft ontwikkeld waarvoor hij inmiddels in behandeling is. Ook het risico op verlies van zijn baan als chauffeur werd meegewogen.
Hoewel voor dit soort verkeersongevallen doorgaans een rijontzegging van zes maanden geldt, koos de rechtbank voor een volledig voorwaardelijke rijontzegging van drie maanden. Als de man binnen twee jaar opnieuw de fout in gaat, wordt de maatregel alsnog opgelegd.
De uitspraak is op 18 juni 2025 gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam.