ARLINGTON – De Amerikaanse minister van Defensie heeft journalisten opnieuw aangevallen op hun berichtgeving over de Amerikaanse aanvallen op Iraanse nucleaire installaties. Volgens Pete Hegseth willen journalisten niet opschrijven hoe succesvol die aanvallen waren omdat ze iets tegen president Donald Trump hebben.
Hegseth had een persconferentie belegd met de hoogste Amerikaanse militair, generaal Dan Caine. Hij verwees onder meer naar hoge Amerikaanse en Israëlische functionarissen die zeggen dat de installaties ernstig beschadigd of verwoest zijn.
Hegseth verwees ook naar het hoofd van de CIA, John Ratcliffe. Die zei woensdag dat het erop lijkt dat “belangrijke Iraanse nucleaire faciliteiten verwoest zijn en de komende jaren opnieuw opgebouwd zullen moeten worden”. Net als veel andere bronnen die Hegseth aanhaalde, merkte de CIA wel op dat het onderzoek nog loopt.
Onderzoek
Volgens Hegseth zouden media trots moeten zijn op Amerika in plaats van te zoeken naar schandalen.
Caine legde tijdens de persconferentie uit dat ruim vijftien jaar twee experts van de Defense Threat Reduction Agency (DTRA) niets anders hebben gedaan dan onderzoek verrichten naar Fordow. De bommen die werden ingezet, zogenoemde GBU-57’s, waren volgens hem speciaal ontwikkeld en afgesteld voor dat doelwit.
Daadwerkelijke schade
Volgens Caine is de operatie perfect verlopen. Eerst werd een betonnen beschermkap opgeblazen, daarna zijn door ventilatieschachten meerdere GBU-57’s met ruim 1000 kilometer per uur naar binnen geschoten en ontploft. Op basis van modellen en de DTRA-experts zei Caine ervan uit te gaan dat de installatie daarmee vernietigd is.
Caine benadrukte ook dat de krijgsmacht niet onderzoekt hoe groot de schade daadwerkelijk is. Dat doen diensten als de CIA.