DEN HAAG – Toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zegt niemand te kunnen verbieden om toch de weg op te gaan met Citroëns waarvoor een terugroepactie geldt om gevaarlijke airbags. Autoconcern Stellantis deed een dringende oproep aan gebruikers van duizenden Citroëns om hun auto niet te gebruiken voordat een defect aan de airbags is verholpen. Maar dit blijft op vrijwillige basis en de ILT kan als markttoezichthouder niet verbieden dat mensen blijven rijden in hun auto, zegt een woordvoerster.
Terugroepacties zijn een verantwoordelijkheid van autofabrikanten zelf en de ILT houdt daar toezicht op. De ILT adviseert eigenaren van andere automerken via de site van de RDW te controleren of hun auto ook onder een terugroepactie valt. De afgelopen jaren hebben fabrikanten wereldwijd namelijk al miljoenen auto’s teruggeroepen vanwege problemen met airbags van Takata. Die kunnen door problemen met het drijfgas ontploffen, waarbij metalen onderdelen rondvliegen.
De ILT heeft naar aanleiding van de waarschuwing over de Citroëns vragen gesteld aan andere fabrikanten. De toezichthouder wil weten of bekend is hoeveel auto’s van andere merken rondrijden met defecte airbags waarvoor eerder terugroepacties werden gehouden. “Welke airbags in welke auto’s zitten, dat weten alleen de fabrikanten”, zegt de woordvoerster van ILT.
De terugroepactie van Stellantis geldt in Nederland voor ruim 33.000 Citroëns van de modellen C3 en DS3 met het bouwjaar tussen 2009 en 2019. Het ging om een zeldzame ‘stop drive-terugroepactie’ waarbij automobilisten met klem wordt aangeraden hun auto te laten staan.