BREDA – De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een 26-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor zijn rol bij de verlengde invoer van cocaïne. De man vervoerde een pallet met bananen waarin cocaïne verstopt zat. De drugs waren afkomstig uit Colombia en kwamen via de haven van Vlissingen Nederland binnen.
De lading, afkomstig uit Santa Marta, Colombia, werd op 16 oktober 2024 gelost in Vlissingen. De container, met onder meer een pallet bananen, bleek naast fruit ook 334 pakketten cocaïne te bevatten. De douane verving de drugs door dummy’s met kleine hoeveelheden echte cocaïne en plaatste een peilbaken in één van de dozen. Vervolgens werd de container onder toezicht doorgevoerd.
Van haven naar loods
De verdachte had een bestelbus gehuurd bij Sixt, waarmee de bewuste pallet op 18 oktober werd opgehaald bij een transportbedrijf. Volgens het Openbaar Ministerie reed de verdachte rechtstreeks naar een oude nertsenfarm, waar de pallet werd uitgeladen. Op dat moment was hij de enige inzittende van het voertuig.
Hoewel de man verklaarde dat hij de bus slechts voor een verhuizing had geleend en niet wist wat er werd vervoerd, achtte de rechtbank zijn verhaal ongeloofwaardig. De rechtbank hechtte meer waarde aan observaties van de politie, mastgegevens van de telefoon en ANPR-camera’s die zijn route volgden.
Verdachte als essentiële schakel
De rechtbank kwalificeerde de handelingen van de man als medeplegen van verlengde invoer van cocaïne. Hoewel het grootste deel van de drugs al was verwijderd door de douane, was de verdachte volgens de rechter betrokken bij het verder vervoeren en verwerken van de lading, een cruciale schakel in het invoertraject. In de loods werd geprobeerd de cocaïne te scheiden van de bananen.
“Het is volstrekt ondenkbaar dat een criminele organisatie miljoenen aan cocaïne toevertrouwt aan een onwetende chauffeur,” aldus de rechtbank. “Verdachte was zich bewust van zijn rol en voerde die doelbewust uit.”
Straf: vier jaar cel
De officier van justitie had vijf jaar cel geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk vier jaar gevangenisstraf op, met aftrek van voorarrest. Daarbij hield de rechtbank rekening met het feit dat de verdachte mogelijk een lagere rol had binnen de criminele organisatie, maar ook met het grote maatschappelijke risico van de internationale drugscriminaliteit.
De verdachte blijft gedetineerd in afwachting van de tenuitvoerlegging van zijn straf.