ANTWERPEN – Op vrijdag 30 mei start Lantis met het transport van het eerste van acht immense tunnelelementen voor de Scheldetunnel, onderdeel van de Oosterweelverbinding. De logistieke operatie van Zeebrugge naar Antwerpen is een indrukwekkend staaltje samenwerking en planning, waarin de rol van Port of Antwerp-Bruges cruciaal is. Niet alleen als facilitator van de bouw- en afmeerplaatsen, maar ook als coördinator van de passageplanning en veilige verkeersstromen over water.
Eén project, twee havens, talloze uitdagingen
De bouw van de tunneldelen vond plaats in Zeebrugge, op een locatie die deel uitmaakt van de toekomstige Orcelle-terminal. Door het ruimtegebrek in Antwerpen werd bewust gekozen voor deze innovatieve dubbele inzet: een bouwdok dat na afloop van het project naadloos overgaat in een RORO-terminal. Port of Antwerp-Bruges speelde hierbij een sleutelrol door deze locatie mogelijk te maken en nauw samen te werken met Lantis en andere partners.
In Antwerpen is het Doeldok in de Waaslandhaven ingericht als wachtplaats. Daar kunnen vier tunnelelementen tijdelijk afgemeerd worden in afwachting van hun afzinking in de Schelde. Het eerste afzinkmoment is gepland voor begin juli.
Uniek transport, unieke voorbereiding
Het transport van elk tunnelelement — goed voor zo’n 60.000 ton per stuk — is een zelden geziene operatie in de Belgische havengeschiedenis. De voorbereidingen startten bijna een jaar geleden, met vier gespecialiseerde nautische werkgroepen die elk een onderdeel van het traject onder de loep namen: van de bouwput tot het transport, het Doeldok en de afzinking zelf.
De intensieve coördinatie tussen verschillende partners en diensten toont het vermogen van Port of Antwerp-Bruges om complexe infrastructuurprojecten te ondersteunen, zowel technisch als logistiek.
Passageplanning als spil in nautische begeleiding
Naast de fysieke infrastructuur en logistieke ondersteuning levert Port of Antwerp-Bruges ook een belangrijke bijdrage via digitale innovatie. Sinds mei 2024 wordt de passageplanner ingezet, een tool die werd ontwikkeld om schepen veilig en vlot door de versmalde werfzone van de Oosterweelwerken tussen het Amerikadok en Albertdok te begeleiden.
De resultaten spreken voor zich:
- Al meer dan 45.000 schepen werden succesvol begeleid door de zone — goed voor bijna 13.000 passages.
- 53% van de schepen vaart precies op tijd, 39% zelfs sneller dan gepland.
- De gemiddelde wachttijd blijft beperkt tot 5 à 20 minuten, met een gemiddelde passeertijd van 29 minuten.
Spannende momenten en vooruitblik
De inundatie van het bouwdok in Zeebrugge — waarbij 700.000 kubieke meter water uit de achterhaven werd ingelaten — was tot nu toe het spannendste moment. De waterinname moest zorgvuldig worden afgestemd op de scheepvaartactiviteit om hinder te vermijden.
Met het eerste tunnelelement dat op transport vertrekt in sociaal uitdagende tijden, blijven planning en communicatie een uitdaging. De passage door smalle zones zoals de Verbindingsbrug, de sluizen en de fuik van de Kallosluis vergen uiterste precisie en samenwerking.
Als alles volgens planning verloopt, zal het laatste tunnelelement eind 2025 afgezonken zijn. Daarna kan het bouwdok in Zeebrugge worden vrijgegeven voor de verdere ontwikkeling van de terminal.
Een toonbeeld van maritieme samenwerking
Dit project onderstreept niet alleen de technische en logistieke expertise van de haven, maar ook haar strategische rol in maatschappelijke en infrastructurele transformatie. De Oosterweelverbinding is meer dan een mobiliteitsproject — het is een symbool van duurzame vooruitgang, gedragen door een haven die zich elke dag opnieuw bewijst als innovatieve en oplossingsgerichte partner.