DEN HAAG – De gewapende man die in februari het gebouw van de Tweede Kamer binnendrong, wilde door de marechaussee worden doodgeschoten. Dat zei zijn advocaat woensdag tijdens een eerste inleidende zitting in de rechtbank in Den Haag.
De 19-jarige Nijmegenaar drong op 13 februari het gebouw van de Tweede Kamer binnen. Daarbij zou hij een medewerker van de Kamer hebben bedreigd met een mes. “Laat mij naar binnen of ik steek je neer”, zou hij tegen haar gezegd hebben. Daarna sprong hij over de toegangspoortjes die deel uitmaakten van het beveiligde gebied. Even daarvoor had hij zijn telefoon en identificatiebewijs in de vijver voor het Kamergebouw gegooid. Hij werd aangehouden in de hal door de marechaussee.
De man wordt naast bedreiging ook verdacht van het verstoren van een commissievergadering en voorbereiding van moord met terroristisch oogmerk, iets wat hij ontkent. “Hij wilde zelfmoord plegen, maar zou niemand iets aandoen in de Tweede Kamer”, aldus zijn advocaat. “Wanneer hij een politicus zou tegenkomen, zou er niets gebeuren.” Het Openbaar Ministerie twijfelt aan deze lezing. De officier van justitie noemde het genoemde motief “twijfelachtig”. Het incident is zeer ernstig van aard, vond ze. “Er is veel dreiging van uitgegaan.”
Volgens zijn advocaat was de verdachte “ernstig depressief en suïcidaal” tijdens het voorval. Er wordt nog onderzoek gedaan naar zijn psyche. De man zit nu vast en slikt medicatie. “Die zijn aangeslagen”, zei de Nijmegenaar tijdens de zitting. Ook gaf hij aan dat hij tevreden was met de zorg die hij in de gevangenis kreeg. Desondanks wilde hij graag naar huis. “Ik mis thuis”, aldus de verdachte. “Het is heel moeilijk.”
Ondanks een verzoek van zijn advocaat om hem vrij te laten blijft de verdachte in de cel. “Je hebt op agressieve wijze een mes getoond in de Tweede Kamer, dat is het hart van de democratie”, motiveerde de rechter haar beslissing. “Dat geeft de verdenking van het terroristisch oogmerk.”
De volgende zitting staat gepland op 30 juli, dat is weer een inleidende zitting. De inhoudelijke behandeling staat gepland op 15 oktober.