UTRECHT – De onderhandelingen over een nieuwe cao voor het openbaar vervoer verlopen moeizaam. Na zes rondes is er nog altijd geen akkoord bereikt. Belangrijke eisen van de vakbonden, zoals het verlagen van de werkdruk en een beter loonvoorstel, blijven vooralsnog onbeantwoord. Wel komt er op maandag 28 april een laatste poging om tot een doorbraak te komen. Werkgevers hebben dan toegezegd met een concreet voorstel te komen op het gebied van werkdrukverlaging.
De afgelopen onderhandelingsdag duurde lang en verliep stroef. Volgens vakbond FNV staan veel voorstellen die de positie van werknemers verslechteren nog steeds op tafel. Tegelijkertijd blijven echte verbeteringen uit.
Gesprekken over werkdruk leveren nog geen akkoord op
Een belangrijk thema in de onderhandelingen is het verlagen van de werkdruk. Tot nu toe verschillen werkgevers en vakbonden sterk van mening over de invulling hiervan. Zo pleiten de bonden voor minimaal 12 uur rust na iedere dienst, waar werkgevers alleen na ‘extra late diensten’ een dergelijke rusttijd willen garanderen. Ook bij het aanpakken van de zogenoemde ‘zaagtand’ (dubbele onregelmatigheid in roosters) is er verdeeldheid.
Een nieuwe optie die nu onderzocht wordt, is een rooster waarbij de starttijd van een dienst hooguit een uur eerder of later ligt dan de vorige, om extreme verspringingen tegen te gaan. Daarnaast ligt er een discussie over het beperken van de dienstlengte tot maximaal 8,5 uur. Volgens FNV is het voorstel van de werkgevers hierover te vaag.
Verslechteringen blijven zorgenkind
Naast het uitblijven van verbeteringen, zijn er nog verscheidene voorstellen in de cao-gesprekken die volgens FNV het arbeidsvoorwaardenpakket juist aantasten. Zo willen werkgevers:
- de toegang tot regelingen voor oudere werknemers opschuiven van 50 naar 55 jaar;
- de loondoorbetaling bij ziekte op 2 keer 90% handhaven;
- en standaard uitbetaling van verlof invoeren via een zogenoemd persoonlijk keuzebudget.
De vakbond noemt deze voorstellen “niet bespreekbaar” tenzij daar structurele werkdrukverlichting en fatsoenlijke loonsverhogingen tegenover staan.
Pensioenpremie en overwerktoeslag: ingeleverde voorstellen
Enkele eerder besproken plannen zijn inmiddels van tafel. Zo hebben de werkgevers het voorstel om de werknemersbijdrage aan de pensioenpremie flink te verhogen (van 20% naar 33%) ingetrokken. Ook de verlaging van de overwerktoeslag van 35% naar 20% is geschrapt.
Over de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) lijkt wel overeenstemming te zijn bereikt: als er geen nieuw akkoord komt, blijft vanaf 2026 de huidige regeling bestaan, maar dan alleen voor personeel met roostergebonden diensten. FNV noemt dit aanvaardbaar binnen het kader van zwaar werk.
Loon blijft heikel punt
Tijdens de zesde onderhandelingsronde is niet gesproken over loon. Het laatste loonbod van de werkgevers, gedaan op 24 maart, omvat:
- 1,5% per 1 april 2025;
- 1,25% per 1 oktober 2025;
- en een loonruimte van 2% voor 2026.
Volgens FNV is dit voorstel volstrekt onvoldoende en dekt het niet eens het koopkrachtverlies.
“Nog één kans, daarna trekken wij onze conclusies”
FNV heeft laten weten dat het geduld opraakt. “Zes onderhandelingsrondes zonder concrete afspraken over werkdruk of een fatsoenlijk loon is genoeg geweest,” aldus de bond. Er is toegezegd dat werkgevers op maandag 28 april om 15:00 uur met een bindend voorstel komen voor maatregelen tegen de werkdruk.
Blijft dit uit, dan ziet de vakbond zich genoodzaakt om de onderhandelingen als mislukt te beschouwen. FNV stelt: “We willen afspraken maken, maar niet tegen elke prijs. Als we geen serieus perspectief op een goed resultaat krijgen, zullen we onze conclusies trekken.”
