DEN HAAG – De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2025 met 0,5 procent gegroeid ten opzichte van het tweede kwartaal. Dat blijkt uit de tweede berekening van het bruto binnenlands product (bbp) door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij de eerste raming kwam de groei nog uit op 0,4 procent.
De groei is bij de tweede berekening met 0,1 procentpunt naar boven bijgesteld. Dit is vooral het gevolg van een opwaartse correctie van de exportcijfers. Het algemene beeld is volgens het CBS niet veranderd: de economische groei in het derde kwartaal is met name te danken aan de export en de overheidsconsumptie.
De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd. In deze periode komt aanvullende informatie beschikbaar over onder meer de bouw, zakelijke dienstverlening, horeca, overheid, zorg en financiële instellingen. Gemiddeld bedraagt de bijstelling tussen de eerste en tweede raming over de afgelopen vijf jaar circa 0,1 procentpunt.
Groei ten opzichte van een jaar eerder
Vergeleken met het derde kwartaal van 2024 groeide de economie in het derde kwartaal van 2025 met 1,8 procent. Bij de eerste berekening werd nog uitgegaan van een groei van 1,6 procent. Ook deze bijstelling is voornamelijk toe te schrijven aan een sterkere export. Daarnaast leverden de consumptie door huishoudens en de overheidsconsumptie een belangrijke bijdrage aan de groei.
De index van het bbp (volume, seizoengecorrigeerd, 2021=100) kwam in het derde kwartaal van 2025 uit op 107,7, tegenover 107,2 in het tweede kwartaal.
Banenaantal licht gedaald
Volgens de tweede berekening daalde het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal van 2025 met duizend ten opzichte van het tweede kwartaal. In de eerste raming werd nog uitgegaan van een daling van 7 duizend banen.
Op jaarbasis is echter sprake van groei. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2024 telde Nederland in het derde kwartaal van 2025 volgens de tweede berekening 41 duizend banen meer. In de eerste raming lag dit aantal op 33 duizend. De bijstelling van de banencijfers is gebaseerd op aanvullende broninformatie.



