HAARLEM – Een internationaal vrachtwagenchauffeur heeft geen recht op uitbetaling van overuren, omdat hij zijn tachograafgegevens niet tijdig en op de juiste wijze heeft aangeleverd. Dat oordeelt de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland.
De zaak draaide om een geschil tussen een transportbedrijf en een chauffeur die in 2023 enkele maanden in dienst was als internationaal vrachtwagenchauffeur. Na beëindiging van het dienstverband vorderde de chauffeur uitbetaling van overuren over augustus en september 2023 ter hoogte van ruim 1.800 euro bruto, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente.
Verstekvonnis vernietigd
Omdat de werkgever aanvankelijk niet was verschenen, werd deze bij verstek veroordeeld tot betaling. De werkgever ging echter in verzet en stelde dat de overuren niet konden worden gecontroleerd, omdat de chauffeur zijn tachograafschijven en de bijbehorende digitale DDD-bestanden niet had aangeleverd.
De kantonrechter gaf de werkgever gelijk en vernietigde het eerdere verstekvonnis. Volgens de rechter volgt uit de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen dat chauffeurs verplicht zijn hun gewerkte uren te onderbouwen met tachograafgegevens. Pas na controle daarvan ontstaat recht op uitbetaling van overuren.
Meerdere verzoeken genegeerd
Uit het dossier bleek dat de werkgever de chauffeur herhaaldelijk had verzocht om zijn bestuurderskaart te laten uitlezen, onder meer per e-mail en ook na een eerder kortgedingvonnis in maart 2024. Toen de chauffeur in juli 2024 alsnog de juiste procedure volgde, bleek dat de gegevens over augustus en september 2023 door tijdsverloop niet meer beschikbaar waren.
De rechter oordeelt dat dit risico voor rekening van de chauffeur komt. Het argument dat de werkgever niet had gewaarschuwd dat de gegevens na verloop van tijd niet meer te downloaden zouden zijn, wordt verworpen. Ook het beroep op vermeende intimidatie door de werkgever slaagt niet, omdat dit niet is onderbouwd.
Geen betalingsverplichting werkgever
Omdat de chauffeur niet heeft voldaan aan zijn verplichting om de overuren controleerbaar aan te tonen, hoeft de werkgever de geclaimde overuren niet te betalen. De oorspronkelijke loonvordering wordt daarom alsnog afgewezen.
Voorschot en boete
De werkgever had in reconventie nog terugbetaling gevorderd van een voorschot van 400 euro, dat tijdens een internationale rit was verstrekt in verband met een boete in Bulgarije. Ook deze vordering wijst de kantonrechter af. De boete hield verband met tolheffing en werd niet aan verwijtbaar handelen van de chauffeur toegeschreven. Volgens de rechter komt de boete daarom voor rekening van de werkgever.
Proceskosten gecompenseerd
De kantonrechter heeft bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten dragen, zowel in de verstekprocedure als in het verzet.
