Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) opgelegde boete van 2 miljoen euro aan PostNL vernietigd. Volgens het College is niet buiten redelijke twijfel vast komen te staan dat PostNL in 2019 de wettelijke kwaliteitsnorm voor de bezorging van brieven heeft overtreden. Dat blijkt uit een uitspraak van 16 december 2025 (ECLI:NL:CBB:2025:660).
De boete was opgelegd omdat PostNL in 2019 niet zou hebben voldaan aan de verplichting om ten minste 95 procent van de brieven binnen de universele postdienst (UPD) op de eerstvolgende bezorgdag te bezorgen. Uit de jaarlijkse rapportage van PostNL bleek een bezorgpercentage van 94,34 procent, waarop de ACM concludeerde dat sprake was van een overtreding van artikel 4a van het Postbesluit 2009.
Proefbriefonderzoek centraal
De vaststelling van de ACM was gebaseerd op een zogenoemd proefbriefonderzoek, uitgevoerd door onderzoeksbureau GfK. Daarbij werden proefbrieven verzonden en geregistreerd door panels van verzenders en ontvangers, om de overkomstduur te meten. Een deel van de proefbrieven werd echter niet (tijdig) teruggemeld door de ontvangers.
PostNL had deze niet-teruggemelde proefbrieven uit voorzichtigheid allemaal als ‘vertraagd’ aangemerkt. Volgens PostNL kon de oorzaak van het uitblijven van de melding niet met zekerheid worden vastgesteld en kon die zowel bij de verzender, de ontvanger als bij het postbedrijf zelf liggen. Het ging in 2019 om circa 0,6 procent van alle proefbrieven.
Onvoldoende bewijs voor overtreding
Het College oordeelt dat de ACM deze niet-teruggemelde proefbrieven niet zonder meer als vertraagd had mogen aanmerken. Omdat na de maandelijkse afsluiting van het onderzoek niet meer werd nagegaan of deze brieven alsnog zijn bezorgd, kan volgens het College niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze daadwerkelijk te laat zijn bezorgd door PostNL.
Daarmee heeft de ACM volgens het College niet voldaan aan haar bewijslast. Bij het opleggen van een bestuurlijke boete moet buiten redelijke twijfel vaststaan dat een overtreding is begaan. Dat is hier niet het geval, aldus het College. Wanneer de niet-teruggemelde proefbrieven buiten de meting worden gehouden, is bovendien niet langer in geschil dat PostNL aan de 95-procentsnorm voldoet.
Boetebesluit vernietigd
Het College vernietigt daarom zowel de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam als het boetebesluit van de ACM. Ook moet de ACM het door PostNL betaalde griffierecht terugbetalen en de proceskosten vergoeden. Die kosten zijn vastgesteld op ruim 4.000 euro.
De uitspraak betekent dat PostNL definitief geen boete hoeft te betalen voor de vermeende overtreding van de kwaliteitsnorm voor briefbezorging in 2019.



