Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten geen hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 4 december jongstleden, waarin Marco Borsato werd vrijgesproken. Volgens het OM is de kans zeer klein dat het gerechtshof in hoger beroep alsnog tot een veroordeling zou komen.
De rechtbank boog zich over de vraag of er voldoende wettig en overtuigend bewijs was dat Borsato zich in de periode van september 2014 tot januari 2015 schuldig heeft gemaakt aan ontucht met een minderjarige. Het OM had in deze strafzaak een gevangenisstraf van vijf maanden geëist. De rechtbank sprak de zanger echter vrij wegens onvoldoende bewijs.
Verschil van inzicht over verklaring aangeefster
Na bestudering van het vonnis concludeert het OM dat de rechtbank op twee belangrijke punten anders tegen de zaak aankijkt. Het eerste punt betreft de beoordeling van de verklaring van de aangeefster. Het OM blijft overtuigd van de betrouwbaarheid van die verklaring. De rechtbank oordeelde daarentegen dat de aangifte niet als onbetrouwbaar kan worden aangemerkt, maar gaf geen definitief oordeel over de betrouwbaarheid ervan.
Geen steunbewijs volgens rechtbank
Het tweede verschil van inzicht ziet op het zogenoemde steunbewijs. In zedenzaken waarin een verdachte ontkent, wordt beoordeeld of er aanvullend bewijs is dat de verklaring van de aangever ondersteunt. In deze zaak bestond het door het OM aangedragen steunbewijs onder meer uit getuigenverklaringen, WhatsApp-berichten, geluidsopnames, waargenomen emoties en dagboekfragmenten.
Het OM stelde dat deze bewijsmiddelen elkaar in samenhang ondersteunen. De rechtbank koos er echter voor om de afzonderlijke bewijsmiddelen los van elkaar te beoordelen en concludeerde uiteindelijk dat er geen sprake was van voldoende steunbewijs. Hoewel het OM deze conclusie niet deelt, erkent het dat de rechtbank haar oordeel juridisch deugdelijk heeft gemotiveerd.
Geen nader onderzoek
Volgens het OM heeft nader onderzoek geen toegevoegde waarde, omdat alle mogelijkheden om aanvullend steunbewijs te verzamelen al zijn benut. Een eventueel hoger beroep zou daarom op basis van hetzelfde dossier moeten worden beoordeeld.
Alles afwegend acht het OM de kans zeer gering dat het gerechtshof in hoger beroep tot een bewezenverklaring zou komen. Om die reden is besloten geen hoger beroep in te stellen.



