VEENENDAAL – De Belastingdienst heeft meerdere ondernemingen in de bouw- en infrasector naheffingen opgelegd vanwege de handhaving op schijnzelfstandigheid, meldt Aannemersfederatie Nederland (AFNL). Volgens de brancheorganisatie lopen de naheffingen uiteen van ongeveer 1 miljoen tot 10 miljoen euro.
Volgens David van Swol, strategisch expert sociale zaken en werk bij AFNL, gaat het om uiteenlopende bedrijven, waaronder ondernemingen van “naam en faam”. “We kunnen geen namen noemen, maar er zit een partij tussen met een omzet van meer dan 1 miljard euro”, aldus Van Swol. Het gaat volgens hem om drie tot vier bedrijven.
Een woordvoerder van de Belastingdienst bevestigde dat bedrijven worden gecontroleerd op schijnzelfstandigheid. “We zitten nu nog in de zachte landingsfase, waarin we veel contacten hebben met bedrijven, waaronder ook ondernemingen in de bouw. We beginnen met het geven van voorlichting en op basis daarvan voeren we gesprekken met bedrijven.” Over de namen van de bedrijven en eventuele naheffingen doet de Belastingdienst vanwege privacywetgeving geen mededelingen.
Naheffingen en boetes
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst actief op schijnzelfstandigheid en worden naheffingen en boetes opgelegd als zzp’ers feitelijk in loondienst werken. In 2025 worden nog geen boetes opgelegd, maar wel naheffingen. Vanaf 2026 kunnen ook boetes volgen, met naheffingen tot wel 100 procent van de verschuldigde belasting.
Heijmans heeft volgens een woordvoerder van het bouwconcern geen naheffingen van de Belastingdienst ontvangen. Bouwbedrijf BAM heeft nog niet gereageerd op een verzoek om commentaar.
Advies
Volgens AFNL is het positief dat toezichthouders juist bedrijven van naam en faam hebben bezocht. “Dit heeft een duidelijk signaal- en uitstralingseffect naar de rest van de sector”, aldus Van Swol. Hij verwacht dat de handhaving zich verder de keten in zal bewegen en dat ook onderaannemers in actie moeten komen.
De brancheorganisatie adviseert de achterban onmiddellijk te stoppen met het inhuren van schijnzelfstandigen. Volgens Van Swol moet er wel ruimte blijven voor echte zelfstandigen, maar is er te vaak sprake van constructies die de toets van de Belastingdienst niet kunnen doorstaan.
