HUISSEN – De rechtbank Gelderland heeft een 64-jarige vrachtwagenchauffeur uit Wijchen vrijgesproken van het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij in september 2024 een 12-jarig meisje gewond raakte op een zebrapad in Huissen. Volgens de rechtbank is geen sprake van schuld in de zin van artikel 6 of gevaarzettend gedrag volgens artikel 5 van de Wegenverkeerswet. Wel krijgt de chauffeur een geldboete van €450 omdat hij de voetganger geen voorrang heeft verleend.
Aanrijding tijdens drukte na ‘truckrun’
Het ongeval vond plaats op 21 september 2024 op de Karstraat. De chauffeur naderde een voetgangersoversteekplaats terwijl het druk was langs de weg door een eerder gehouden truckrun. Het meisje stak volgens meerdere getuigen rennend en schuin over. De chauffeur verklaarde dat hij goed had gekeken, met aangepaste snelheid reed en direct remde toen zij plotseling voor de vrachtwagen verscheen.
De rechtbank kon niet vaststellen dat hij te hard reed of afgeleid was. Uit het dossier bleek dat hij reed binnen de toegestane snelheid en handelde zoals van een oplettende bestuurder verwacht mag worden.
Geen straf voor artikel 6 en 5 WVW
De officier van justitie had een veroordeling geëist voor het veroorzaken van een verkeersongeval (artikel 6 WVW) en vroeg een taakstraf van 120 uur en een rijontzegging van zes maanden. De rechtbank ging hier niet in mee.
Volgens de rechter is het niet verwijtbaar genoeg om van schuld te spreken. Een enkel moment van onoplettendheid, zeker in een complexe verkeerssituatie, is daarvoor onvoldoende.
Ook voor overtreding van artikel 5 WVW (gevaar of hinder veroorzaken) ziet de rechtbank te weinig aanknopingspunten.
Wel boete voor niet verlenen van voorrang
De chauffeur had het meisje wél voorrang moeten geven op het zebrapad. Omdat dat niet is gebeurd en zij hierdoor letsel opliep, acht de rechtbank dit deel van de tenlastelegging bewezen. Voor deze overtreding legt de rechtbank een geldboete van €450 op.
Uitspraak
De man wordt vrijgesproken van de ernstige verkeersdelicten, maar blijft verantwoordelijk voor de overtreding van artikel 49 lid 2 RVV 1990: het niet voor laten gaan van een voetganger op een oversteekplaats.



