UTRECHT/VEENENDAAL – De rechtbank Midden-Nederland heeft in twee strafzaken rond dezelfde drugslading verschillende uitspraken gedaan. Een 50-jarige verdachte is veroordeeld voor medeplichtigheid aan de uitvoer van softdrugs, terwijl een 33-jarige medeverdachte volledig is vrijgesproken. Het gaat om een partij laminaat waarin in totaal 39 kilo hennep en 52 kilo hasj was verstopt, bestemd voor Ierland.
Softdrugs verstopt tussen laminaat
Op 6 maart 2025 haalde een transportbedrijf uit Veenendaal een zending laminaat op bij een opslagloods. De lading was geadresseerd aan een ontvanger in Ierland. Bij aankomst op de locatie van het transportbedrijf in Veenendaal controleerde de douane de zending. In een verborgen ruimte tussen het laminaat troffen douaniers een grote hoeveelheid hennep en hasj aan.
Uit het onderzoek blijkt dat de oudere verdachte de loods had gehuurd en onder zijn bedrijfsnaam het transport naar Ierland had geregeld en betaald. Daarmee leverde hij volgens de rechtbank een bewuste bijdrage aan het gereedmaken van de lading voor uitvoer, terwijl hij wist dat er softdrugs in de zending zaten.
180 dagen cel, grotendeels voorwaardelijk, plus taakstraf
De rechtbank achtte medeplichtigheid aan de uitvoer van softdrugs bewezen. De man stelde zijn loods ter beschikking, regelde het contact met het transportbedrijf, boekte het transport op zijn naam en betaalde de kosten via zijn eigen bedrijf. Daarmee heeft hij volgens de rechtbank de uitvoer van de 39 kilo hennep en 52 kilo hasj mogelijk gemaakt.
Hij kreeg een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 165 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De 15 dagen die hij al in voorarrest had gezeten, gelden als onvoorwaardelijk deel. Daarnaast legde de rechtbank een taakstraf van 120 uur op. Een langere onvoorwaardelijke celstraf vond de rechtbank, mede gezien zijn schuldenproblematiek, vaste baan en inspanningen om zijn situatie te verbeteren, niet passend.
Medeverdachte die pallets overdroeg vrijgesproken
In de tweede zaak stond de 33-jarige medeverdachte terecht, die op camerabeelden is te zien terwijl hij de pallets met laminaat overdraagt aan de chauffeur van het transportbedrijf. Hij erkende dat hij de lading heeft afgegeven, maar ontkende dat hij wist dat er drugs in de pallets waren verstopt.
De rechtbank stelde vast dat de verklaring van deze verdachte en die van de medeverdachte lijnrecht tegenover elkaar staan. Hoewel er aanwijzingen zijn dat een “derde” betrokken was bij het logistieke traject, vond de rechtbank in het dossier onvoldoende aanvullend bewijs dat de 33-jarige verdachte ook daadwerkelijk wist van de softdrugs. Foto’s van hennep en enkele druggerelateerde berichten op zijn telefoon waren daarvoor volgens de rechtbank niet genoeg: het was niet duidelijk wanneer die gemaakt of verstuurd waren en of ze direct verband hielden met dit transport.
Omdat zijn wetenschap over de drugs niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, werd de man vrijgesproken van zowel het medeplegen als de poging tot uitvoer van softdrugs.



