DEN HAAG – Ondanks inspanningen van gemeenten om de verkeersveiligheid te verbeteren, blijft het aantal verkeersslachtoffers in Nederland stijgen. Dat blijkt uit De Staat van de Verkeersveiligheid 2025, dat woensdag is gepubliceerd door de SWOV. Volgens onderzoeker dr. Letty Aarts zijn aanvullende, mogelijk impopulaire maatregelen noodzakelijk om de trend te keren.
Aarts stelt dat het aantal ernstig verkeersgewonden opnieuw is toegenomen: “Het aantal mensen dat in het verkeer ernstig gewond raakte is vorig jaar opnieuw gestegen: van 7.400 naar 7.800. En ondanks dat overheden hard werken om het verkeer veiliger te maken, daalt het aantal verkeersdoden al jaren niet meer.”
In 2024 kwamen 675 mensen om het leven in het verkeer, tegen 684 in 2023.
Ouderen en fietsers zwaar getroffen
Uit de cijfers blijkt dat vooral ouderen en fietsers slachtoffer worden van verkeersongevallen. Fietsers vormen 36 procent van de verkeersdoden en maar liefst 71 procent van de ernstig gewonden. Meer dan de helft van alle verkeersslachtoffers is ouder dan 60 jaar.
De meeste slachtoffers vallen op gemeentelijke wegen, met name op 30- en 60-kilometerwegen. Opvallend is dat veel ernstig gewonden vallen bij fietsongevallen waarbij geen gemotoriseerd verkeer betrokken is.
Stijgende trend zet door in 2025 en richting 2040
Voorlopige cijfers over 2025 laten zien dat het aantal verkeersdoden tot en met augustus iets hoger ligt dan in dezelfde periode in 2024. Ook het aantal door de politie geregistreerde verkeersgewonden blijft stijgen.
De vooruitzichten zijn zorgelijk: prognoses tot 2040 wijzen op circa 10 procent meer verkeersdoden en 20 procent meer ernstig gewonden als er geen extra maatregelen worden genomen.
‘Met alleen draagvlak red je geen levens’
Volgens de SWOV wordt nog te weinig gedaan met maatregelen waarvan de effectiviteit al bewezen is. Zo heeft ongeveer de helft van de 50-kilometerwegen nog steeds geen vrijliggend fietspad, terwijl dat volgens richtlijnen wel noodzakelijk is.
Ook 60-kilometerwegen buiten de bebouwde kom zijn vaak nog niet veilig ingericht. Binnen de bebouwde kom zijn bovendien nog veel drukke straten waar geen 30 km/uur geldt.
Aarts benadrukt dat niet alle effectieve maatregelen populair zijn, maar wel nodig: “We wéten welke maatregelen effectief zijn. Maar als we écht minder verkeersslachtoffers willen, dan zullen we bereid moeten zijn om ook impopulaire maatregelen te nemen. Met alleen maatregelen waarvoor draagvlak is red je onvoldoende levens om het tij te keren.”
Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn het stimuleren van fietshelmen om hersenletsel te voorkomen en het invoeren van snelheidsassistentie in auto’s, waarmee voertuigen niet harder kunnen rijden dan de geldende limiet.
