ALKMAAR – Een klein transportbedrijf is door de kantonrechter in Alkmaar verplicht om de CAO Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen alsnog volledig na te leven. De onderneming en haar twee vennoten zijn hoofdelijk veroordeeld tot nabetaling aan (voormalige) werknemers én tot betaling van 25.000 euro schadevergoeding aan FNV. Dat blijkt uit een vonnis van de Rechtbank Noord-Holland dat op 28 november is gepubliceerd.
FNV controleerde naleving CAO
Vakbond FNV, die partij is bij de CAO Beroepsgoederenvervoer, liet via controle-organisatie Stichting VNB onderzoeken of het transportbedrijf de CAO correct toepast. De CAO is in de sector algemeen verbindend verklaard. Op grond van artikel 78 van de CAO is een werkgever verplicht om op verzoek van een werknemersorganisatie binnen vier weken aan te tonen dat de CAO wordt nageleefd.
In januari 2024 vroeg VNB om diverse stukken: arbeidsovereenkomsten, loonstroken, bedrijfsreglement en urenverantwoording. Het bedrijf leverde wel een deel van de stukken aan, maar reageerde daarna niet inhoudelijk meer op de bevindingen van VNB, ondanks herinneringen en een sommatie om een rechtszaak te voorkomen.
Werkgever verschijnt niet op zitting
Het transportbedrijf diende nog wel een schriftelijk verweer in, maar verscheen vervolgens niet op de zitting. De kantonrechter wijst erop dat partijen waren gewaarschuwd dat aan het niet verschijnen nadelige gevolgen verbonden kunnen worden. Omdat niemand namens het bedrijf aanwezig was om vragen te beantwoorden of het verweer toe te lichten, heeft de rechter het onderbouwde standpunt van FNV over de CAO-overtredingen als juist aangenomen.
Meerdere CAO-overtredingen
Volgens de rechtbank heeft het bedrijf niet aangetoond dat het de CAO naleeft op onder meer de volgende punten:
- Loonberekening: het basisloon is niet berekend op basis van 173,92 uur per maand, zoals artikel 26a CAO voorschrijft.
- Overuren en toeslagen: door het ontbreken van urenstaten en volledige loonstroken kan niet worden gecontroleerd of overuren, weekendtoeslagen en hogere waarden van vakantiedagen correct zijn betaald.
- Reiskosten woon-werkverkeer: het bedrijf stelde dat werknemers de werkbus gebruiken en daarom geen recht hebben op reiskostenvergoeding, maar onderbouwde dit niet met gegevens. De rechtbank volgt FNV in haar standpunt dat de regeling voor woon-werkverkeer uit artikel 39a CAO niet aantoonbaar wordt nageleefd.
- Verblijfskostenvergoeding: volgens de werkgever zouden pakketbezorgers met vaste ritten geen recht hebben op verblijfskosten, maar zo’n uitzondering kent artikel 40 CAO niet.
- Vakantie, atv en vakantiebijslag: saldo en mutaties van vakantie- en atv-dagen worden niet correct vermeld en de vakantiebijslag wordt verkeerd berekend. Deze punten zijn door de werkgever niet betwist.
Omdat de werkgever de door FNV concreet genoemde overtredingen niet (voldoende) heeft weersproken of met stukken heeft weerlegd, gaat de kantonrechter uit van onjuiste CAO-toepassing sinds begin 2023.
Naleving, nabetaling en dwangsommen
De rechtbank veroordeelt het transportbedrijf en de twee vennoten hoofdelijk tot:
- Volledige naleving van de CAO Beroepsgoederenvervoer met terugwerkende kracht vanaf 13 januari 2023, voor onder meer loonschalen, loonberekening, overurentoeslag, reis- en verblijfkosten, vakantiedagen, atv-dagen en vakantiebijslag.
- Afgifte van deugdelijke berekeningen van achterstallig loon, overuren, reis- en verblijfkosten en vakantiebijslag, inclusief salarisspecificaties en betalingsbewijzen.
Aan deze verplichtingen is een dwangsom verbonden van 500 euro per dag dat niet wordt voldaan, met een maximum van 100.000 euro.
Daarnaast moet het bedrijf:
- De betreffende (ex-)werknemers de loonaanspraken, toeslagen en vergoedingen nabetalen die uit de CAO-naleving voortvloeien,
- Vermeerderd met 20 procent wettelijke verhoging en wettelijke rente,
Eveneens op straffe van een dwangsom van 500 euro per dag (gemaximeerd op 100.000 euro), nadat werknemers aan zowel FNV als de werkgever kenbaar hebben gemaakt dat zij aanspraak willen maken op hun tegoeden.
25.000 euro schadevergoeding aan FNV
Daarbovenop moet het transportbedrijf FNV 25.000 euro schadevergoeding betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 februari 2025. Die schade bestaat volgens FNV onder meer uit reputatieschade, verlies aan werfkracht en inzet van tijd en middelen voor het handhaven van de CAO. De werkgever heeft deze vordering niet inhoudelijk betwist; de rechtbank wijst het bedrag daarom volledig toe.
De onderneming en de vennoten zijn verder hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, in totaal ruim 2.800 euro. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verplichtingen direct kunnen worden afgedwongen, ook als de werkgever nog in hoger beroep zou gaan.
NB: het is bij de redactie niet bekend welk transportbedrijf het betreft omdat de uitspraak geanonimiseerd is gepubliceerd door de rechtbank.




