ARNHEM – De Rechtbank Gelderland heeft bepaald dat zogenoemde botsabsorbers – vrachtwagens die zijn omgebouwd voor gebruik bij wegafzettingen – niet kwalificeren als zware motorrijtuigen onder de Wet belasting zware motorrijtuigen (BZM). De Belastingdienst had een naheffingsaanslag en een boete opgelegd, maar de rechtbank vernietigde beide.
De zaak draaide om een bedrijf dat gespecialiseerd is in incidentmanagement op de weg. De onderneming gebruikt aangepaste vrachtwagens die zijn uitgerust met een stootkussen aan de achterzijde om aanrijdingen op te vangen, en met een laadfunctie voor het vervoer van materialen zoals verkeerskegels en borden. De Belastingdienst stelde dat deze voertuigen moesten worden aangemerkt als zware motorrijtuigen en legde een naheffing van € 12 en een boete van € 275 op.
Niet bestemd voor goederenvervoer
De rechtbank oordeelde echter dat de botsabsorbers niet worden gebruikt voor goederenvervoer in de zin van de Eurovignetrichtlijn, waarop de Nederlandse wet is gebaseerd. Volgens de rechter is de BZM bedoeld voor voertuigen die worden ingezet voor commercieel goederenvervoer, en daar vallen deze speciale wegbeveiligingsvoertuigen niet onder.
“Hoewel de voertuigen attributen meenemen om de weg af te zetten, betekent dat nog niet dat sprake is van goederenvervoer zoals bedoeld in de richtlijn”, aldus de rechtbank.
Belasting en boete vernietigd
De rechtbank vernietigde daarom zowel de naheffingsaanslag als de opgelegde boete. Ook moet de Belastingdienst het griffierecht van € 51 en de proceskosten van € 1.814 aan het bedrijf vergoeden.
De uitspraak is van belang voor bedrijven die in het verkeer werken met veiligheids- of afzettingsvoertuigen, zoals botsabsorbers, en kan gevolgen hebben voor de belastingplicht binnen de transport- en wegbeheersector.
