DEN HAAG – Het dagelijks leven is in oktober gemiddeld 3,1 procent duurder geworden dan in dezelfde maand een jaar geleden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van definitieve cijfers, die gelijk zijn aan de eerder gemelde snelle raming. De inflatie daalde daarmee vergeleken met de 3,3 procent in september.
De daling van de inflatie kwam onder meer door een kleinere prijsstijging van kleding. Kledingartikelen waren vorige maand 0,4 procent duurder na een prijsstijging van 2,7 procent in september. Ook de gasprijs drukte de inflatie. Gas was in oktober 1 procent duurder dan vorig jaar. In september was de brandstof nog 4,3 procent duurder.
De prijzen van vliegtickets hadden een verhogend effect op de inflatie. Vliegreizen waren in oktober 1,7 procent duurder dan een jaar eerder. In september waren vliegtickets nog 17,2 procent goedkoper dan een jaar eerder.
Energieprijzen eurozone
Vergeleken met de voorgaande maand stegen de consumentenprijzen in oktober met 0,3 procent. Bij een vergelijking tussen twee verschillende maanden moet volgens het CBS wel rekening worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo is kleding tijdens de uitverkoop goedkoper. De prijzen zijn dan tijdelijk lager, maar dit is geen structurele prijsdaling.
De Nederlandse inflatie volgens de Europese rekenmethode bleef vorige maand onveranderd op 3 procent. De inflatie in de hele eurozone daalde naar 2,1 procent, van 2,2 procent in september.
De inflatie in Nederland bleef boven het gemiddelde in het eurogebied. Volgens het CBS komt dit doordat de energieprijzen in de eurozone daalden, terwijl deze in Nederland stegen. Daarnaast was de prijsstijging bij voedingsmiddelen, dranken en tabak en diensten in Nederland groter dan gemiddeld in de eurozone.




