BRUSSEL – EU-lidstaten hebben een voorlopig akkoord bereikt om de uitstoot in 2040 met 90 procent te verminderen vergeleken met 1990. Na ruim vijftien uur onderhandelen in Brussel ligt er woensdagochtend “de basis voor een politiek akkoord”, meldt de Deense delegatie, die de vergadering voorzat.
De klimaatministers komen woensdagochtend opnieuw bijeen om het akkoord formeel te bekrachtigen. Dinsdag was al duidelijk dat de gesprekken lang zouden duren.
Met het akkoord kan de EU een bijgewerkte klimaatbelofte indienen bij de Verenigde Naties in aanloop naar de klimaattop COP30, die donderdag in het Braziliaanse Belém begint. Volgens de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs moeten landen een tussendoel vastleggen voor 2035. Dat cijfer wordt een afgeleide van de 90 procent in 2040.
Milieudefensie
Op tafel ligt een voorstel voor een reductie tussen de 66,3 en 72,5 procent in 2035. EU-regeringsleiders spraken eerder ook af dat in de klimaatambities een soort noodrem moet worden ingebouwd, voor het geval de concurrentiekracht van de EU in gevaar komt.
Een belangrijke wijziging is volgens ingewijden dat lidstaten meer gebruik mogen maken van projecten buiten de EU voor CO2-compensatie. In het voorlopige akkoord wordt het maximum verhoogd van 3 naar 5 procent van de netto-uitstoot in 1990.
De voorgestelde 90 procent is de onderkant van de 90 tot 95 procent die de klimaatadviesraad van de EU had aanbevolen. Milieudefensie is over de voorlopige afspraken niet te spreken. Volgens de organisatie is het doel voor 2040 “slap” en zijn de klimaatplannen ontoereikend. “Grote vervuilers krijgen nog steeds te veel ruimte om hun verantwoordelijkheid af te schuiven”, voegt de organisatie eraan toe.



