DEN HAAG – Het kabinet gaat het Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen grondig herzien. Volgens staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Thierry Aartsen functioneert het huidige systeem niet zoals bedoeld. In plaats van nationale beperkingen en routeringsregels, komt er een nieuw, eenvoudiger stelsel dat beter aansluit bij internationale veiligheidsregels en de energietransitie.
De staatssecretaris schrijft in een Kamerbrief dat Nederland blijft inzetten op verbetering van Europese regelgeving (ADR, RID en ADN), onder meer voor ammoniak, waterstof en batterijen. Ook wordt gewerkt aan een onderzoek naar de gevolgen van een ammoniaklozing, waarvan de resultaten in de zomer van 2026 worden verwacht.
Minder nationale regels, meer Europese afstemming
Nederland wil de veiligheid waarborgen via het bestaande internationale kader. Deze regels worden elke twee jaar aangepast en bepalen onder meer de eisen voor voertuigen, verpakkingen, opleidingen en documentatie. “Door aan te sluiten bij Europese wetgeving blijft het vervoer grensoverschrijdend veilig en werkbaar voor de sector”, aldus het ministerie.
Daarnaast worden nieuwe eisen ontwikkeld voor ketelwagons met ammoniak en scheepvaartvervoer van vloeibare waterstof. Beide stoffen spelen een steeds grotere rol in de energietransitie, maar brengen ook risico’s met zich mee.
Volumedaling op Brabantroute en Bentheimroute
Uit de monitor vervoer gevaarlijke stoffen 2024 blijkt dat het totale vervoersvolume in Nederland is gedaald. Op het spoor nam het vervoer via de Brabantroute met zo’n 15 procent af en via de Bentheimroute met ongeveer 20 procent. Er is geen toename vastgesteld van het vervoer van ammoniak.
Het kabinet onderzoekt verder of financiële prikkels het gebruik van de Betuweroute aantrekkelijker kunnen maken, maar benadrukt dat niet alle vervoersstromen logisch via die corridor kunnen lopen.
Nieuw ‘Robuust Basisnet’
De praktijk leert dat het huidige Basisnet — met vaste route- en volumeplafonds — niet goed uitvoerbaar is. Het ministerie werkt daarom aan een nieuw systeem waarin duidelijker wordt vastgelegd wie verantwoordelijk is voor veiligheid, monitoring en besluitvorming over restrisico’s.
Een bestuurlijk traject met onder andere IenW, IPO, VNG, Veiligheidsberaad en het ministerie van VRO moet leiden tot een gedragen voorstel. Decentrale overheden willen volgens de beslisnota meer duidelijkheid over toetsingskaders en het veiligheidsniveau voordat zij instemmen.
Uniforme veiligheidsregels op emplacementen
Ook de veiligheid op spoorwegemplacementen krijgt een update. De huidige vergunningplicht wordt vervangen door algemene regels die voor alle locaties gelden. Uitzonderingen worden alleen nog toegestaan in zeer bijzondere gevallen, en alleen als alle betrokken partijen daarmee instemmen.
Spoorbeheerder ProRail werkt aan een consequentieonderzoek, dat eind 2025 wordt opgeleverd. Daarna volgt besluitvorming over de invoering en financiering.
Minder risico’s, meer duidelijkheid
Volgens het ministerie draagt de herziening bij aan duidelijkheid voor vervoerders, verladers en overheden, en aan een veiliger en duurzamer transport van gevaarlijke stoffen. Door de nadruk te leggen op internationale afspraken en uniforme veiligheidsregels, wil Nederland de administratieve lasten beperken en de veiligheid op lange termijn waarborgen.


                                    
