DEN HAAG – De Nederlandse Staat is niet verplicht om 42 Afghaanse mannen die de Nederlandse ambassade in Kabul bewaakten naar Nederland over te brengen. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag bepaald. De uitspraak vernietigt een eerder vonnis van de kantonrechter, die oordeelde dat de Staat een zorgplicht had tegenover de bewakers.
De mannen werkten tot de machtsovername door de Taliban in augustus 2021 als bewaker bij de Nederlandse ambassade. Zij stelden dat zij vanwege deze werkzaamheden gevaar lopen in Afghanistan en dat de Nederlandse Staat hen daarom moest evacueren.
Volgens het hof rust er echter geen zorgplicht op de Staat. De Afghaanse bewakers waren niet rechtstreeks in dienst van Nederland, maar van een lokaal beveiligingsbedrijf dat door de Staat was ingehuurd. In dit kort geding is niet komen vast te staan dat volgens het Afghaanse recht, dat van toepassing is op de arbeidsrelatie, sprake is van een verplichting voor de Staat om de mannen naar Nederland over te brengen.
De bewakers deden daarnaast een beroep op mensenrechtenverdragen waarbij Nederland is aangesloten. Daarvoor is vereist dat de Staat rechtsmacht over hen uitoefende – dat wil zeggen: feitelijke controle of gezag. Volgens het hof was dat niet het geval. De mannen bewaakten de buitenste ring van het ambassadeterrein, woonden in hun eigen huizen en vielen onder het gezag van de lokale Afghaanse autoriteiten, niet onder dat van Nederland. Zij kunnen daarom geen beroep doen op de bescherming van die verdragen.
Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde niet. De Afghaanse bewakers voerden aan dat Hongaarse collega’s, die eveneens voor de Nederlandse ambassade werkten, wél werden geëvacueerd. Volgens het hof is dat verschil gerechtvaardigd, omdat de Hongaarse bewakers Unieburgers waren en dus al recht hadden op toegang tot de Europese Unie. Hun situatie was daarom niet vergelijkbaar met die van de Afghaanse bewakers.
De slotsom is dat het hof het eerdere vonnis van de kantonrechter vernietigt en de vorderingen van de Afghaanse bewakers afwijst.


                                    
