DEN HAAG – Mr. Thom de Graaf heeft aangekondigd dat hij per 1 juli 2026 afscheid neemt als vice-president van de Raad van State, een functie die hij sinds 2018 bekleedt. De 69-jarige De Graaf noemt persoonlijke overwegingen de reden voor zijn vertrek.
‘Tijd voor meer vrijheid en flexibiliteit’
In een verklaring zegt De Graaf: “Deze beslissing heeft niets met de Raad maar alles met persoonlijke afwegingen te maken. Ik ben 69 jaar als ik afscheid neem en heb dan bijna acht jaar in dit mooie, maar intensieve ambt mogen werken en mij meer dan 45 jaar aan de publieke zaak gewijd. Aan mijn privéleven en andere belangstellingen dan werk ben ik te weinig toegekomen.”
Hij benadrukt dat een functie als die van vice-president niet te lang door dezelfde persoon moet worden uitgeoefend. “Gebeurtenissen, informatie en personen wisselen steeds sneller. Ik wil me in de toekomst graag blijven inzetten voor het publieke belang, maar dan wel met meer vrijheid en meer flexibiliteit,” aldus De Graaf.
Benoemingsprocedure voor opvolger
De Graaf maakt zijn vertrek nu al bekend om de regering en de Raad van State de tijd te geven zorgvuldig een opvolger voor te bereiden. Hij heeft de Koning en de minister-president van zijn besluit op de hoogte gebracht. De nieuwe vice-president wordt bij koninklijk besluit benoemd, op voordracht van de ministerraad, na advies van de Raad van State zelf.
‘Nog volop in functie tot juli 2026’
Hoewel zijn vertrek pas over acht maanden plaatsvindt, blijft De Graaf tot die tijd volledig actief in zijn functie. “De komende maanden zal voor mij weliswaar alles voor het laatst zijn, maar ik zal met dezelfde energie en inzet als de afgelopen jaren mijn werk blijven doen. Het publiek belang vraagt dat, alle collega’s verdienen dat,” zegt hij.
Raad van State
De Raad van State is zowel adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur als de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland. De vice-president heeft de dagelijkse leiding over het instituut en is voorzitter van de Afdeling advisering. De Graaf is de twintigste vice-president in de geschiedenis van de Raad van State.



