BRUSSEL – De Europese Commissie heeft een Franse steunregeling goedgekeurd waarmee spoorvrachtbedrijven gedurende tien jaar gedeeltelijk worden gecompenseerd voor de zogeheten T2-bijdrage. Deze sociale premie is bedoeld voor het financieren van aanvullende pensioenrechten van werknemers uit het voormalige staatsbedrijf SNCF. Het budget van de regeling bedraagt in totaal 225 miljoen euro.
Wat is de T2-bijdrage?
Sinds 1 januari 2020 behouden voormalige SNCF-werknemers die elders in de spoorsector gaan werken hun pensioenrechten. In dat geval moet de nieuwe werkgever de T2-bijdrage blijven betalen. Deze lasten drukken vooral op particuliere spoorvrachtbedrijven en vormen volgens Frankrijk een belemmering voor werving en behoud van personeel.
De nu goedgekeurde steunregeling zorgt ervoor dat de Franse overheid deze bijdrage voor in aanmerking komende werknemers vergoedt. Het gaat daarbij uitsluitend om personeel dat op 1 januari 2025 al in dienst was bij een erkend spoorvrachtbedrijf. Wisselt de werknemer van baan binnen de sector, dan gaat de compensatie mee naar de nieuwe werkgever.
Steun voor spoorvrachtsector
Volgens de Commissie draagt de regeling bij aan de ontwikkeling van de spoorvrachtsector doordat bedrijven worden verlost van deze historische lasten. Ook bevordert het de mobiliteit van werknemers binnen de sector. De steun is bovendien tijdelijk en doelgericht: alleen de exacte T2-bijdragen worden vergoed, met een budgetplafond van 225 miljoen euro over tien jaar.
Daarmee voldoet de maatregel aan de Europese staatssteunregels, specifiek artikel 107, lid 3, onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU).
Achtergrond
De steun geldt voor bedrijven die in Frankrijk actief zijn in het spoorvrachtvervoer, inclusief onderhoudsactiviteiten en veiligheidstaken. De niet-vertrouwelijke versie van de Commissiebeslissing wordt binnenkort gepubliceerd in het EU-staatssteunregister onder zaaknummer SA.117491.
Met deze goedkeuring wil de Europese Commissie duidelijk maken dat de steunregeling de concurrentie op de interne markt niet onevenredig verstoort en juist bijdraagt aan een sterkere en duurzamere Europese spoorvrachtsector.



