BRUSSEL – De internationale wegvervoersorganisatie IRU verwelkomt de oproep van de Europese chemische industrie (CEFIC) aan de Europese Commissie om geen verplichte quota in te voeren voor de aanschaf van zero-emissievrachtwagens. Volgens de sector kan zo’n maatregel de veiligheid en uitvoerbaarheid van transport van gevaarlijke en gevoelige goederen ondermijnen.
In een brief aan Commissievoorzitter Ursula von der Leyen benadrukt CEFIC dat het gebruik van elektrische of waterstoftrucks op zogenoemde Seveso-locaties risico’s kan opleveren. Het gedrag van deze voertuigen bij ongevallen verschilt wezenlijk van dat van dieselvoertuigen en wordt volgens de huidige kennis niet als veilig beschouwd.
Geen one-size-fits-all
IRU EU Advocacy Director Raluca Marian stelt dat de chemische industrie de eerste verladerssector is die publiekelijk dezelfde zorgen uitspreekt die IRU al langer richting Brussel signaleert.
“One-size-fits-all mandaten werken niet. Deze zorgen gaan niet over het afwijzen van verduurzaming, maar over het realiseren daarvan op een veilige, haalbare manier en in lijn met de operationele realiteit,” aldus Marian.
De IRU wijst erop dat het Europese decarbonisatiebeleid rekening moet houden met de diversiteit in wegtransport: van gevaarlijke stoffen en langeafstandstransport tot koel- en speciaaltransport. Voor veel toepassingen bestaan nog geen haalbare emissievrije alternatieven.
Oproep tot randvoorwaarden
Eerder stuurde IRU samen met partnerorganisaties al een brief aan Von der Leyen waarin werd gepleit voor een aanpak die niet gebaseerd is op verplichtingen, maar op ondersteunende voorwaarden.
“Decarbonisatie moet gebaseerd zijn op randvoorwaarden, niet op straffende verplichtingen. Europa heeft infrastructuur, stimulansen en sectorspecifieke trajecten nodig, geen generieke quota,” benadrukt Marian.
De organisatie zegt nauw in gesprek te blijven met EU-instellingen om ervoor te zorgen dat de transitie naar emissievrij wegtransport marktgedreven, veilig en werkbaar verloopt – in theorie én in praktijk.
