DEN HAAG – Lijsttrekker van de Fryske Nasjonale Partij (FNP) Aant Jelle Soepboer is met een skûtsje aangekomen in Den Haag om aandacht te vragen voor de regio. “Als Den Haag niet bereid is om naar ons te komen, dan komen wij wel naar Den Haag”, zei Soepboer woensdag, die hoopt een zetel te behalen bij de verkiezingen volgende week.
Een skûtsje is een boot die vroeger werd gebruikt om vracht te vervoeren. Tegenwoordig zijn ze vooral bekend van het skûtsjesilen in Friesland in de zomer. “Vroeger werden dingen vervoerd zoals turf, vandaag is onze lading het geluid van de regio”, aldus Soepboer.
Het steekt Soepboer dat er tijdens deze campagne nauwelijks aandacht is voor regionale problemen. Hij noemt de verzakte huizen in Groningen door aardbevingsschade en de waterschade in Valkenburg na de overstroming van vier jaar geleden als voorbeelden.
BBB en NSC voerden twee jaar geleden een campagne die voor een deel op regionale problemen was gericht en kwamen daarna in de regering. “Maar die partijen hebben de afgelopen twee jaar helemaal niet geleverd voor de regio. De afstand tot de zorg is groter geworden, het aantal politiebureaus is afgenomen. Er is niets opgelost”, zei Soepboer, die namens NSC in de Tweede Kamer zat.
Soepboer kan moeilijk inschatten hoe zijn partij ervoor staat, omdat de FNP niet wordt meegenomen in de peilingen. “Maar dat levert ook rust op, we hebben geen stress en we zien wel wat er gebeurt.” Hij voelde bij bezoeken door het land voldoende steun voor de partij, niet alleen in Friesland. In zestien van de twintig kieskringen kan op FNP worden gestemd.
Aan boord waren naast Soepboer ook de Friese gedeputeerde Sijbe Knol en Statenlid Dinie Visser en een man met een doedelzak. Aan de mast hingen meerdere regionale vlaggen.
