HAARLEM – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft donderdag celstraffen van tweeëneenhalf jaar geëist tegen twee mannen van 31 en 41 jaar die worden verdacht van mensensmokkel. De Nederlanders zouden op 2 december 2023 tien personen met een zeiljacht van Nederland naar Engeland hebben willen smokkelen. Volgens de officier van justitie is er sprake geweest van een levensgevaarlijke situatie.
De officier benadrukte tijdens de zitting dat mensensmokkelaars “op grove wijze misbruik maken van de kwetsbare positie waarin illegale vreemdelingen zich bevinden”. Uit verklaringen van enkele vluchtelingen bleek bovendien dat hen in Engeland gedwongen arbeid te wachten stond.
De Nederlandse Kustwacht kreeg begin december 2023 een melding van een controlewaardig zeiljacht op de Noordzee. Het schip voerde geen naam, thuishaven of vlag en had gesloten luiken en gordijnen. Na een controle door de Koninklijke Marechaussee en de Douane werden in de kajuit tien personen aangetroffen: drie Albanezen en zeven Vietnamezen, van wie het merendeel geen identiteitspapieren had.
De twee Nederlandse bemanningsleden werden direct aangehouden.
Uit verklaringen van de aangetroffen immigranten blijkt dat zij onderweg waren naar een onbekende bestemming. Sommigen hadden hoge bedragen betaald voor de reis, anderen gaven aan dat de kosten zouden worden verrekend met bestaande schulden. Dat zou moeten worden terugbetaald door te werken in Engeland, zonder te weten onder welke omstandigheden. Volgens het OM is dit een duidelijk begin van criminele uitbuiting.
De zeilboot verkeerde bovendien in slechte staat. Volgens een deskundige ontbrak het aan voldoende navigatieapparatuur en waren er slechts twee reddingsvesten en één vierpersoonsreddingsvlot aanwezig. “Bij een calamiteit tijdens de overtocht was de kans op overleving nihil,” aldus de officier. Het schip was zwaar overbeladen en voer in een druk vaargebied met sterke stromingen en hoge golfslag.
Het OM acht de mannen schuldig aan mensensmokkel van tien personen, waarbij de opvarenden in direct levensgevaar zijn gebracht. De verdediging stelde dat de mannen slechts wilden helpen, maar dat noemt het OM ongeloofwaardig. De verdachten zouden geen contact hebben gehad met de vluchtelingen en er was geen sprake van een noodsituatie die een beroep op humanitaire smokkel zou rechtvaardigen.
De rechtbank doet op een later moment uitspraak.
