DEN HAAG – De man die op 13 februari met een mes de Tweede Kamer binnendrong, wilde zich naar eigen zeggen laten doodschieten door de Koninklijke Marechaussee. Dat bleek woensdag tijdens de zitting. Het Openbaar Ministerie (OM) eist tegen hem een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan 19 maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur.
De verdachte, destijds 18 jaar oud, reisde vanuit Nijmegen naar Den Haag en nam een keukenmes mee uit zijn besteklade. Vooraf gooide hij zijn telefoon met identiteitsbewijs en pasjes in de vijver voor het Kamergebouw.
Binnen bij de ingang bedreigde hij een gastvrouw met het mes. Toen zij wegrende, sprong hij over de toegangspoortjes en liep richting de commissiezalen. Daar werd hij door afgesloten deuren tegengehouden. De man maakte nog agressieve bewegingen met het mes richting beveiligers, waarna hij door de Koninklijke Marechaussee werd aangehouden.
Uit onderzoek bleek dat de man in activistische appgroepen zat en politiek geïnteresseerd was. Toch werd geen ideologisch motief gevonden. In latere verhoren verklaarde hij dat hij kampte met een autismespectrumstoornis en depressieve gevoelens. Hij zou bewust een bedreiging hebben willen vormen, in de hoop door de marechaussee te worden doodgeschoten.
Het OM verwijt hem drie feiten: bedreiging van de gastvrouw, bedreiging met een terroristisch misdrijf door met een mes de Tweede Kamer binnen te gaan en agressief gedrag te vertonen, en het verstoren van een politieke vergadering. Een commissievergadering moest destijds twintig minuten worden stilgelegd.
Volgens de officier van justitie heeft de verdachte “de democratie in het hart geraakt” en grote angst veroorzaakt bij Kamerleden en medewerkers.
Omdat de verdachte vijf maanden in voorarrest zat, dat in juli werd geschorst, en hij verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht, vindt het OM dat hij niet volledig terug de cel in hoeft. Vandaar de eis van een deels voorwaardelijke celstraf gecombineerd met een zware werkstraf.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.