EINDHOVEN – De rechtbank Oost-Brabant heeft dinsdag de arbeidsovereenkomst van een medewerker van DAF Trucks per direct ontbonden. De werknemer weigerde herhaaldelijk om passend werk te verrichten in het kader van zijn re-integratie, ondanks adviezen van de bedrijfsarts en het UWV. Volgens de kantonrechter is sprake van ernstig verwijtbaar handelen, waardoor de man geen recht heeft op een transitievergoeding.
De werknemer, die sinds 2022 in vaste dienst was bij DAF als onderhoudsmonteur, meldde zich in april 2024 ziek vanwege rugklachten. Na enkele maanden oordeelde de bedrijfsarts dat hij licht inpakwerk bij de zogeheten DAF Support Unit (DSU) kon verrichten. Het UWV bevestigde meerdere keren dat dit werk passend was. Toch weigerde de werknemer structureel deze werkzaamheden uit te voeren en bleef hij aandringen op re-integratie op zijn oorspronkelijke afdeling.
DAF paste loonsancties toe en waarschuwde de werknemer schriftelijk, maar zonder resultaat. Op 17 december 2024 kondigde hij zelfs aan te zullen stoppen met de werkzaamheden op de DSU. Ook na een nieuw deskundigenoordeel van het UWV in februari 2025, waarin wederom werd geoordeeld dat de arbeid passend was, bleef hij weigeren.
De rechtbank stelt dat van een werknemer mag worden verwacht dat hij meewerkt aan passend werk, zeker wanneer meerdere deskundigen dit bevestigen. Door de adviezen structureel naast zich neer te leggen, handelde de werknemer ernstig verwijtbaar.
De kantonrechter ontbond daarom de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, zonder transitievergoeding en zonder uitbetaling van achterstallig loon. Ook moet de werknemer de proceskosten van DAF van ruim €1.000 betalen.