AMSTERDAM – De huizenprijzen zullen dit jaar harder stijgen dan eerder gedacht, meldt ABN AMRO. Een econoom bij de bank voorziet dat de prijzen op de krappe markt blijven toenemen door de gestegen lonen. Wel valt de inkomensgroei volgend jaar waarschijnlijk lager uit, net als de stijging van de huizenprijzen.
De bank denkt nu dat de verkoopprijzen dit jaar met 8,7 procent stijgen. Eerder ging ABN AMRO nog uit van 8 procent. De verwachte stijging in 2026 blijft op 3 procent staan. De tragere inkomensgroei kan de vraag naar woningen afremmen, aldus de bank.
Ook voorziet ABN AMRO dat het aantal woningverkopen dit jaar flink hoger uitvalt, maar volgend jaar minder hard stijgt. Tot en met augustus dit jaar werden 149.534 huizen verkocht, 16 procent meer dan in de eerste acht maanden van 2024. Veel verhuurders verkopen al langere tijd voormalige huurwoningen omdat hogere belastingen en een strengere huurwet de verhuur minder winstgevend zouden maken.
Deze trend lijkt volgens de bank wel af te nemen. Voor dit jaar rekent ABN AMRO nog steeds op een toename van alle huizenverkopen van 12,5 procent. Volgend jaar zal die stijging fors afnemen naar 1 procent. De verkoopgolf onder beleggers is dan naar verwachting grotendeels gestabiliseerd.
Woningmarkteconoom Mike Langen constateert dat de prijsverschillen tussen verschillende regio’s kleiner worden. Dit kan er volgens hem op wijzen dat de prijsstijging vertraagt. Wel waarschuwt hij dat de spanning op de woningmarkt nog steeds aanwezig is. “Tegelijkertijd zien we dat het woningaanbod voorlopig achterblijft. Het aantal nieuwbouwwoningen groeit nauwelijks. Hierdoor verdwijnt de doelstelling van 100.000 woningen per jaar opnieuw verder uit beeld.”