Clicky


Celstraffen geëist tegen twee verdachten voor brandende bestelbus met chemicaliën bij flat in Eindhoven

Celstraffen geëist tegen twee verdachten voor brandende bestelbus met chemicaliën bij flat in Eindhoven
30-11-2021 16:23 | Binnenland | auteur Redactie

DEN BOSCH - De officier van justitie was dinsdagmiddag duidelijk over twee verdachten, die volgens het Openbaar Ministerie (OM) betrokken waren bij twee met chemicaliën gevulde bestelwagens in Eindhoven. Het gebeurde in oktober 2018, pal naast een flat. Ze eiste onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. ‘Deze mannen hebben hiermee een bijdrage geleverd aan het bestaan en voortbestaan van de criminele drugsindustrie. Het lozen van drugsafval vormt immers een onmisbare schakel in het totale productieproces.’

Die ochtend brandde één van de bestelwagens helemaal uit aan de Offenbachlaan. Twaalf appartementen moesten worden ontruimd vanwege de brand en de giftige stoffen in de lucht. De avond ervoor werd in de straat ook al een bestelwagen vol afval gedumpt. Bij dat voertuig lekten chemicaliën in de grond.

In het onderzoek dat volgde, kwam een flinke opslaglocatie vol met chemicaliën voor de productie van synthetische drugs op Urk in beeld. Op camerabeelden waren ook de bestelwagens die later in Eindhoven opdoken te zien, net als twee toen nog onbekende mannen. Later werden ze herkend als de twee die vandaag voor de rechter stonden. Het Eindhovense tweetal van destijds 20 jaar oud werd in februari 2019 opgepakt.

Dat het tweetal samen verantwoordelijk is voor de dumping, lijdt volgens de officier van justitie geen enkele twijfel: ‘Uit de beelden blijkt dat ze samenwerkten en ook uit telefoongegevens blijkt dat ze vaak bij elkaar waren rond het plegen van dit feit. En dat komt allemaal bovenop hun DNA, dat in de lekkende bestelwagen werd gevonden.’

‘Een groot drama voor mens en natuur’, zo noemde burgemeester Jorritsma de dumping bij een bezoek aan de wijk. Een van de verdachten woont in de getroffen wijk en dat markeerde de officier van justitie tijdens de zitting: ‘Zelden trof ik een zaak waarin verdachten zich er zo weinig gelegen lieten liggen als hier: in hun eigen straat, in de directe woonomgeving van hun eigen buren en bekenden, plaatsten zij meerdere voertuigen volgeladen met gevaarlijke en explosieve stoffen en maakten zij zo de directe leefomgeving van velen onveilig.’

Het zijn omstandigheden die het OM de twee zwaar aanrekent: ‘Ze hebben op geen enkel moment blijk gegeven van enig inzicht in de ernst van hun handelen. Wij kunnen niet anders dan concluderen dan dat zij enkel en nietsontziend handelden vanuit hun eigen belang en vanuit financieel gewin. Bijkomend nadeel is dat het opruimen van dergelijke afvalstoffen bovendien gepaard gaat met hoge kosten. Kosten van tienduizenden euro’s die wat betreft het OM niet voor rekening komen van de maatschappij, maar van de verdachten, tegen wie daarnaast een gevangenisstraffen werden geëist.

Een van de mannen krijgt volgens het OM een gevangenisstraf van vijftien maanden waarvan vijf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Door een verstandelijke beperking valt de eis van de tweede verdachte iets lager uit: veertien maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.