Touringcarbedrijf BAB-VIOS bestaat honderd jaar

WATERINGEN - BAB-VIOS Touringcars uit het Zuid-Hollandse Wateringen bestond op 1 juli 2022 honderd jaar. Het bedrijf voegde begin dit jaar nog een nieuwe Intouro en Tourismo toe aan zijn vloot, die ook een Setra-dubbeldekker omvat. Directeur Michel Kortekaas: "In september gaan we ons jubileum goed vieren. Dat is ook een eerbetoon aan de generaties vóór mij, die hun ziel en zaligheid in ons bedrijf hebben gestopt."

BAB-VIOS heeft per 1 juli de eerste eeuw van zijn bestaan als touringcarbedrijf achter de rug, maar de oorspronkelijke roots van het bedrijf gaan nog verder terug. Om precies te zijn tot rond 1900. De familie Lipman begon in die tijd in Wateringen een rijwielherstelbedrijf. Het groeide snel, waarna zoon Piet Lipman 1911 een eigen fietsfabriek oprichtte onder de naam VIOS Rijwielfabriek, het acroniem van Vooruitgang Is Ons Streven.

Die naam bleek goed gekozen, want vooruitgang was er volop. In 1922 kreeg Piet Lipman namelijk de kans van de Gemeente Wateringen om per 1 juli van dat jaar een buslijndienst te exploiteren in de regio. Die kans greep hij met beide handen aan. De fabricage van fietsen stopte en de focus kwam volledig te liggen op vervoersactiviteiten. Het was het begin van een snelle ontwikkeling.

Tien jaar later, in 1932, was VIOS uitgegroeid tot een vervoers- en touringcarbedrijf met een vloot van 60 autobussen en een bijzonder fraai ontworpen ‘Torengarage-gebouw’, dat nu als Rijksmonument in het centrum van Wateringen prijkt. De huidige naam van het bedrijf, BAB-VIOS, is te danken aan de overname van Buitelaars Auto Bedrijf (BAB) in 1951.

In 1946 had VIOS ook al een ander bedrijf overgenomen, namelijk de Eerste Dordtse Auto Dienst (EDAD), dat later zelfstandig verder ging onder leiding van een van de zonen van Piet Lipman. Lijndiensten zijn tegenwoordig geen activiteit meer van het bedrijf, maar wat onveranderd is gebleven is de ondernemersgeest.

Eeuwfeest

De nazaten van Piet Lipman zijn nog steeds werkzaam in het bedrijf, want huidig directeur Michel Kortekaas is getrouwd met de kleindochter van oprichter Piet Lipman. Ook zij werkt in het bedrijf, net als hun twee zoons. Michel Kortekaas vertelt: “Er is in onze lange geschiedenis heel veel gebeurd. Zo was VIOS eind jaren ’30 uitgegroeid tot een bijzonder succesvol en groot bedrijf, maar na de Tweede Wereldoorlog moest dat weer helemaal opnieuw worden opgebouwd. Ik kan wel zeggen dat Piet Lipman en later ook zijn zoon Jan, mijn schoonvader, alles hebben gegeven voor het bedrijf. Ons eeuwfeest, dat we in september vieren, zie ik daarom ook zeker als eerbetoon aan hen.”

Dubbeldekkers

Gevraagd naar highlights die bij hem opkomen als hij denkt aan de geschiedenis van BAB-VIOS, noemt Michel Kortekaas gelijk de bijzondere band die het bedrijf heeft met dubbeldekkers. “Piet Lipman liet in 1930 in Rotterdam bij de firma Lith de allereerste Europese dubbeldekker bouwen als ‘Reis- en Slaapwagen’, waarmee hij zijn tijd ver vooruit was. In 1970 herhaalde zijn zoon Jan dat huzarenstukje nog een keer, met de komst van een Neoplan-dubbeldekker van 4 meter hoog. Dat was de allereerste naoorlogse dubbeldekker op de Nederlandse weg en een grote bezienswaardigheid. Ook nu nog hebben we een dubbeldekker in onze vloot. Het is echt een traditie binnen BAB-VIOS, die bedrijfseconomisch gezien bovendien heel interessant is. Ga maar na: er kunnen 88 mensen in onze Setra-dubbeldekker, terwijl je toch maar één chauffeur nodig hebt. Je kunt je kosten zo flink drukken en je marge vergroten.”

Aan de dubbeldekker uit 1970 zit een mooie anekdote vast, vertelt Michel Kortekaas: “Die hoogte van 4 meter was in die tijd best een probleem. Mijn vrouw heeft toen als klein meisje haar vader geholpen om alle viaducten in de regio op te meten, zodat bekend was waar onze dubbeldekker onderdoor paste. Dat meten deed ze niet met speciale meetapparatuur of zoiets, maar met een hengel. En dat werkte prima!”

Businessmodel

Dat BAB-VIOS na 100 jaar nog steeds een florerend bedrijf is, is mede te danken aan het huidige businessmodel van het bedrijf. Het heeft een sterke positie in de regio Haaglanden, waarbij het zich onder de naam BAB-VIOS Touringcars enerzijds richt op groepsvervoer in de directe regio voor onder meer de Gemeente Den Haag, musea, bedrijven en scholen. Anderzijds is het bedrijf met zijn merk Hofstad Tours zeer actief met vervoersopdrachten voor Ministeries, Ambassades en andere overheidsinstellingen. Michel Kortekaas: “Onze Hofstad Tours-touringcars onderscheiden zich duidelijk. Ze zijn uitgevoerd in een statige, donkerblauwe kleur met het Kroon-logo en kennen extra luxe voorzieningen. Als BAB-VIOS en Hofstad Tours bedienen we zo twee markten, en met succes.”

Keuze voor kwaliteit

Pijler onder het succes van BAB-VIOS is ook de keuze voor kwaliteit van de vloot, die bestaat uit 18 voertuigen. Michel Kortekaas: “Al onze bussen en touringcars zijn van Mercedes-Benz. Dat is niet voor niets, want wij geloven in kwaliteit. De productiemethode, de onderdelenvoorziening, de uitstraling, de kwaliteit van de voertuigen; op alle fronten biedt Mercedes-Benz gewoon het allerbeste. Dat geldt ook voor het onderhoud, dat we hebben uitbesteed aan EvoBus. Bijzonderheden zijn er eigenlijk nooit. Eén keer per jaar een uitgebreide onderhoudsbeurt in de winter volstaat. Dat zegt genoeg.”

De meest recente toevoegingen aan de vloot waren een 12 meter lange Mercedes-Benz Intouro (de 6e al!) en een 14 meter lange Tourismo, die BAB-VIOS begin dit jaar geleverd kreeg. “Het zijn allebei luxe touringcars, maar onze Tourismo spant met zijn zeer rijke uitrusting de kroon. Wie daarin zit, is echt de koning te rijk.”

Duurzaamheid

Zoals op de website van BAB-VIOS te lezen valt, heeft het bedrijf veel oog voor duurzaamheid en kenmerkt de vloot zich door zijn moderne, milieuvriendelijke Euro 6-motoren. Duurzaamheid gaat Michel Kortekaas aan het hart, maar de directeur van BAB-VIOS plaatst wel een kanttekening.

“Streven naar duurzaamheid is een goede zaak, maar dat moet wel in een haalbaar tempo kunnen. Nu lijken politiek en regelgeving dat soms te vergeten, waardoor we als sector de ene investering na de andere moeten doen. Het is belangrijk dat we de milieueisen kunnen bijbenen. Als sector hebben we bewezen onmisbaar te zijn in het Nederlandse logistieke model. Ik hoop dat de overheid daar oog voor heeft.”