Volvo en Daimler gaan brandstofcellen voor waterstoftrucks bouwen

STUTTGART - Het Duitse auto- en truckconcern Daimler gaat samen met de Zweedse vrachtwagenbouwer Volvo in 2025 beginnen met de Europese productie van brandstofcellen voor waterstoftrucks. Daarvoor werd eerder al een samenwerkingsverband genaamd cellcentric opgericht en nu komen concrete plannen naar buiten.

De bedrijven zeggen dat waterstofaangedreven emissievrije vrachtwagens vooral voor de langere afstand en zwaardere ladingen geschikt zijn. Elektrische vrachtwagens op batterijen kunnen beter voor kortere afstanden worden ingezet. "Waterstofvrachtwagens zijn cruciaal voor een CO2-vrij transport in de toekomst. Batterijvrachtwagens alleen maken dit niet mogelijk", aldus topman Martin Daum van Daimler Trucks, het moederbedrijf van Mercedes-Benz. Nu rijden de meeste trucks nog op diesel.

De partijen hopen binnen drie jaar met testen van de brandstofcellen te beginnen en later dit decennium met massaproductie van eigen trucks op waterstof te starten. Ze blijven op dit terrein wel concurrenten. Met behulp van brandstofcellen wordt elektriciteit opgewekt uit waterstof, met enkel water als uitstoot. Dit moet bijdragen aan het verlagen van de uitstoot en helpen bij het klimaatneutraal maken van Europa in 2050.

De bedrijven roepen verder de Europese Unie op tot beleid rond infrastructuur voor waterstofvrachtwagens. Zo zouden er in 2025 in Europa ongeveer driehonderd tankstations voor zware waterstoftrucks moeten zijn en ongeveer duizend in 2030. Dat is nodig om het gebruik van waterstofvrachtwagens commercieel haalbaar te maken. Deze week deed de European Clean Trucking Alliance (ECTA), waar Transport en Logistiek (TLN) deel van uitmaakt, ook al een oproep voor meer laad- en tankinfrastructuur voor emissievrije trucks in Europa.