Clicky


Vereniging Verticaal Transport daagt ministerie van SZW voor de rechter

Vereniging Verticaal Transport daagt ministerie van SZW voor de rechter
05-03-2021 11:48 | Speciaal Transport | auteur Redactie

CULEMBORG - Voor de Vereniging Verticaal Transport (VVT) is de maat vol. Al vier jaar probeert de VVT met normaal en onderbouwd overleg Arbobesluit 7.23d, het werken met werkbakken in hijskranen, aangepast te krijgen zodat er veiliger gewerkt kan worden. Het ministerie van SZW werkt hier volgens de VVT niet aan mee. Hierdoor lopen nu dagelijks werknemers meer risico op valgevaar dan nodig is. De VVT wil dit stoppen en gaat het ministerie van SZW dagvaarden met als doel Arbobesluit 7.23d aan de hiervoor geldende Europese en Nederlandse Arbowet en -regelgeving aan te passen.

De VVT is het absoluut niet eens met de recente aanpassing van Arbobesluit 7.23d, het werken met werkbakken in hijskranen. Arbobesluit 7.23d is per 1 juli 2020 aangepast, waarbij het wordt toegestaan om met een werkplatform hangende in een kraan op hoogte werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Voorheen gold een incidentele en maximale inzet van 4 uur. Deze is komen te vervallen. Het ministerie van SZW is derhalve van mening dat de regelgeving voor het werken met een werkbak in een hijskraan is verruimd.  

Het ministerie heeft echter ook aanvullend zeer aanscherpende maatregelen in Arbobesluit 7.23d doorgevoerd. Namelijk een meldplicht twee dagen voor aanvang van de werkzaamheden, de verplichte inzet van een gecertificeerde kerndeskundige, het op schrift stellen en ter inzage houden van een werkplan, het verlagen van de maximale windsnelheid waarbij gewerkt mag worden en men heeft verplicht om eerst andere werkmethoden, zoals de inzet van een hoogwerker, toe te passen. Zelfs wanneer dit minder veilig is. Daarbij komt dat de noodzaak, noch de rechtvaardiging tot aanpassing van Arbobesluit 7.23d tot op heden niet is onderzocht of aangetoond door het ministerie, aldus de VVT.

De VVT concludeert dat het werken met een werkbak is zodanig administratief belast en ontmoedigd is, dat de inzet te complex en onnodig heel veel duurder is geworden. Terwijl er de afgelopen twintig jaar geen ongevallen zijn gebeurd met werkbakken in hijskranen, hetgeen in schril contrast staat met de vele honderden ongevallen met hoogwerkers, steigers, werkplatformen en ladders. Dit leidt volgens de VVT tot veel meer onveilige situaties voor werknemers en dat wil de VVT voorkomen.

De VVT staat voor veilig werken en vindt dat het ministerie van SZW daar ook voor moet staan. De interpretatie van de Inspectie SZW is echter dat het werken met werkbakken in hijskranen niet mag. De VVT is het hier niet mee eens. De VVT heeft herhaaldelijk om een gedegen onderbouwing gevraagd, maar heeft dit nooit gekregen. Inhoudelijke discussie is de afgelopen vier jaar daardoor onmogelijk gebleken. "Het ministerie van SZW heeft een onderzoek laten uitvoeren door TNO, dat een onderbouwing geeft voor de aangepaste regelgeving. Echter, de onderzoeksresultaten zijn niet reproduceerbaar en de gehanteerde veiligheidsrisico’s kloppen niet met door Inspectie SZW en het RIVM zelf gepubliceerde cijfers hierover. Deze publicaties bewijzen het gelijk van de VVT. Kortom, TNO heeft een onderzoek geproduceerd dat leidt tot de aanpassingen die het ministerie graag wilde doorvoeren," aldus de VVT.

De VVT is van mening dat ze haar stellingname hierover inmiddels kan aantonen. Het bestuur van de VVT heeft daarom op 3 maart jl. besloten om een gerechtelijke procedure tegen de Nederlandse Staat door te gaan zetten. De inzet is aanpassing van Arbobesluit 7.23d en afstand nemen van het door de VVT gewraakte TNO rapport “Veilig saneren asbest op hoogte”. Aan de dagvaarding is bijna een jaar minutieus gewerkt en deze is nu klaar. De VVT wacht inmiddels ook al 8 maanden vergeefs op stukken vanuit het ministerie van SZW op basis van een Wob-verzoek. Een Wob-verzoek dat juist is ingediend om bij te dragen aan het kunnen bepalen wie er in dit dossier gelijk heeft. De VVT vindt dat hier dus niet echt voortvarend aan wordt meegewerkt door het ministerie.

De VVT vindt het absurd dat er tegenwoordig blijkbaar Wob-verzoeken en gerechtelijke procedures aan te pas moeten komen om tot veilige en door alle betrokken sectoren gedragen regelgeving te komen. Dit jarenlange traject heeft inmiddels, zowel bij de VVT als bij het ministerie van SZW, onnodig veel geld, capaciteit en energie gekost. Daarom heeft de VVT besloten om nog één keer te proberen het gesprek hierover aan te gaan. Lukt dit niet, of reageert het ministerie hier niet op, dan gaat de VVT de Nederlandse Staat, het ministerie van SZW, dagvaarden in deze kwestie.