Nederlandse staat deels aansprakelijk voor vliegramp Faro

DEN HAAG - Over de vliegramp in Faro in 1992 zijn door de toenmalige overheidsinstantie Raad voor de Luchtvaart "te stellige" conclusies getrokken en zijn nabestaanden "onjuist dan wel onvolledig" geïnformeerd. Niet alleen de weersomstandigheden veroorzaakten de ramp met het toestel van Martinair, ook de piloten hebben verkeerd gehandeld. Omdat dit niet in het onderzoeksrapport van de Raad is opgenomen, is de Nederlandse staat deels aansprakelijk, aldus de rechtbank in Den Haag.

Overlevenden en nabestaanden van de vliegramp in Portugal hadden een zaak tegen de Staat aangespannen. Volgens hen staan er "aantoonbaar onjuiste beweringen" in een rapport dat deskundigen in 2017 opstelden over de ramp. Hun advocaat Veeru Mewa laat in een reactie weten dat de nabestaanden "opgelucht" zijn. "Ze vinden dat ze eindelijk erkenning hebben gekregen."

De rechter oordeelt dat de Staat voor 20 procent aansprakelijk is voor de per individuele eiser vast te stellen schade "voor zover deze nog niet is vergoed". Het vaststellen van de schadevergoeding moet volgens Mewa nu in aparte procedures gevoerd worden. Hoe lang dit gaat duren, is nog niet in te schatten.

Bij de vliegramp met het Martinair-toestel - later opgegaan in KLM - kwamen 56 mensen om het leven. Meer dan honderd inzittenden raakten zwaargewond. In het toestel, dat neerstortte bij de landing, zaten voornamelijk Nederlanders.

De drie deskundigen die waren ingeschakeld om meer duidelijkheid te verschaffen over de oorzaak van de ramp, oordeelden dat plotseling slecht weer de oorzaak van de ramp was. Een door de nabestaanden ingeschakelde deskundige meende echter dat de piloten ernstige fouten hebben gemaakt. De rechtbank schrijft in het vonnis dat de Raad voor de Luchtvaart ten onrechte in het onderzoekrapport niet is ingegaan op de door de piloten "missed calls" en de "noodzaak tot het afbreken van de landing".