Geen verband tussen verschillende brandstofstoringen Schiphol

SCHIPHOL - De storingen in de brandstoftoevoer op Schiphol afgelopen zomer hebben geen verband met elkaar. Volgens onderzoeksbureau TNO is de oorzaak van de storing op 24 juli, toen vliegtuigen 8,5 uur niet konden worden getankt, te herleiden naar een vermoedelijke fout bij werkzaamheden in de elektrische installatie in februari van dit jaar.

Bij onderhoudswerkzaamheden op 24 juli zijn vervolgens systemen aangesloten op een losgeraakte voedingsdraad. Hierdoor kwam er te veel spanning op de draad en ontstond een "meervoudige technische storing" en brandden diverse voedingen door. Het gevolg was dat het hele systeem van de kerosinetoevoer zich uitschakelde.

De storing van 9 augustus, toen de brandstoftoevoer 1,5 uur platlag, werd veroorzaakt door een kapotte brandmelder of voeding. Het is niet aannemelijk dat er een verband is tussen beide storingen, concludeert TNO.

De problemen deden zich voor bij brandstofleverancier Aircraft Fuel Supply (AFS). Veel vliegtuigen konden daardoor niet tanken, met vertragingen en annuleringen tot gevolg. Naar schatting 60.000 reizigers werden gedupeerd.

Het is nog niet duidelijk wie er voor de schade moet opdraaien, zeiden AFS en Schiphol tijdens een persconferentie. Claims van luchtvaartmaatschappijen zijn tot nu toe niet binnengekomen bij Schiphol, noch bij AFS. Wel hebben "enkele passagiers" een schadevergoeding gevraagd.

TNO, die het onderzoek in opdracht van AFS en Schiphol deed, concludeert dat de brandstofleverancier de procedures heeft gevolgd. Het onderzoeksbureau adviseert de betrokken partijen te kijken naar de continuïteit van de brandstoftoevoer in de toekomst.