Clicky


Overbelading: een beladen dossier

Overbelading: een beladen dossier
24-04-2012 10:04 | Juridische Column | auteur Mr. René de Bondt

Vorige week stond op Transport Online een lezenswaardig artikel over een rechtszaak waarin transportbedrijf Kees Mulders uit Zevenbergen terechtstond wegens het vervoer van een te zwaar beladen zeecontainer. De boetes die worden opgelegd liegen er niet om, want overtreding van de beladingsvoorschriften is een economisch delict. Voor veel vervoerders blijft dit terecht een beladen onderwerp. Immers in bijna alle gevallen wordt uitsluitend de transporteur vervolgd. Zo ook in het geval van Kees Mulders, terwijl er toch duidelijke bewijzen waren dat ook andere partijen in de keten verantwoordelijk zijn aan overbelading.

Uit het betoog van de vervoerder op de zitting kwam duidelijk naar voren dat deze niet (als enige ) verantwoordelijk kon worden gehouden voor de overbelading. Er stond een ander gewicht op de vrachtpapieren, de container was in het buitenland geladen, het ging om losgestorte lading en er was geen gelegenheid was de containers vooraf te wegen. Al met al redenen genoeg om eens naar de andere schakels in de keten te kijken. Met de invoering van de Wet Wegvervoer Goederen kunnen ook andere partijen aansprakelijk gehouden worden bij overbelading.

In artikel 2.6 lid 2 van de WWG staat dat het doen verrichten van beroepsvervoer in strijd met de beladingsvoorschriften verboden is. Onder doen verrichten van beroepsvervoer wordt verstaan het direct of indirect betrokken zijn bij de totstandkoming van de vervoersovereenkomst. Dit is veelal de afzender, verlader en/of de expediteur. Als er aanknopingspunten zijn die erop wijzen dat een derde-partij medeverantwoordelijk is voor het overtreden van de beladingvoorschriften, moet het opsporingsonderzoek zich niet alleen op de vervoerder, maar ook op die derde richten. In ieder geval kan een afzender of expediteur medeverantwoordelijk worden gehouden voor het overtreden van de beladingsvoorschriften, als deze verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij de vervoerder van onjuiste of onvolledige informatie heeft voorzien, of bij het laden van het voertuig de aanwijzingen van de vervoerder niet heeft opgevolgd.

Deze aanknopingspunten kunnen tijdens het verhoor van de chauffeur/vervoerder aan het licht komen. Hoewel de wetgever hiermee tegemoet gekomen is aan de wens vanuit de transportsector, komt het in de praktijk echter maar zelden tot een medeveroordeling van de verlader. Dit heeft een aantal oorzaken, de vervoerder zal moeten bewijzen dat de verlader in strafrechtelijke zin een verwijt gemaakt kan worden. In dit specifieke geval is er dan nog de complicatie dat de verlader in het buitenland zit en er in de keten diverse tussenpersonen zitten. Het openbaar ministerie begint hier dan ook meestal niet aan. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de nieuwe wetgeving in de praktijk nauwelijks soelaas biedt voor de vervoerder.

Dit roept dan ook de vraag op of de vervoerder geen andere mogelijkheid heeft de aansprakelijkheid te verleggen naar een andere partij in de keten. Die mogelijkheid is er wel degelijk. Dit begint in ieder geval met het opnemen van een expliciet voorbehoud op de vrachtbrief in het geval de vervoerder geen middelen heeft om het gewicht van de lading of de wijze van belading te controleren. Een meer structurele oplossing is het opnemen van een of meer clausules in het vervoercontract waarbij de vervoerder wordt gevrijwaard voor overbelading in bepaalde gevallen.

Andere zaken die hiermee samenhangen moeten ook zoveel mogelijk vooraf vastgelegd worden, zoals wie draagt de extra kosten voor bijvoorbeeld controles, wachttijden, het eventueel overladen of het regelen van vervangend vervoer. Verder blijft het ook hier weer van belang alles goed vast te leggen voor het geval het tot een vervolging mocht komen. Denk hierbij aan schriftelijke instructies van de opdrachtgever, informatie over de lading, weegbonnen, plaats van lading, of er sprake is van deelladingen e.d. Voor meer informatie of advies kunt u contact opnemen met de auteur.

Auteur: Mr. René de Bondt van de Haan Law