Clicky


Fietser door rood? Ook dan is vrachtwagenchauffeur schuldig

Fietser door rood? Ook dan is vrachtwagenchauffeur schuldig
28-02-2018 10:37 | Column Verkeersrecht | auteur Chris Klomp

Het klinkt tegenstrijdig en onrechtvaardig: een vrachtwagenchauffeur raakt een fietser die met hoge snelheid door rood fietst en toch is de chauffeur schuldig aan het ongeval. In het strafrecht is dit echter wettelijk heel goed mogelijk.

Het is 11 juni 2014 als chauffeur Rico in de binnenstad van Amsterdam zijn zware combinatie door het verkeer stuurt. Hij rijdt over de Nassaukade in de richting van de Stadhouderskade en staat stil voor een rood stoplicht om af te slaan naar de Overtoom.

Op dat moment komt Moniek met hoge snelheid over het fietspad aangereden. Onderzoek leert dat de vrouw zeker 25 kilometer per uur rijdt, een forse snelheid in een onoverzichtelijke binnenstad. Moniek fietst hard op het stoplicht af, maar haalt het niet. Terwijl het verkeerslicht al op rood is gesprongen, dendert zij de kruising op.

Dan gaat het mis. Rico heeft keurig gewacht op de groene kleur van het verkeerslicht. Hij vertelt de rechters dat hij links en rechts heeft gekeken voor hij zijn stuur in de richting van de Overtoom draait. Hij zegt dat hij Moniek simpelweg niet heeft gezien. En met wat je niet ziet, kun je ook geen rekening houden.

Onderzoek

Toch was Moniek er. Ze klapt tegen de vrachtwagen aan en breekt haar been. Relatief komt ze er nog goed vanaf, maar zoals altijd start de politie een onderzoek naar de reden van het ongeval. Uit dat onderzoek naar het zicht in de spiegels blijkt dat Moniek langere tijd zichtbaar moet zijn geweest aan de rechterzijde van de vrachtwagen. Met andere woorden: Rico had in zijn rechterbuitenspiegel de snel fietsende Moniek kunnen zien.

Pas in de nazomer van 2017 moet Rico zich melden bij de rechtbank in Amsterdam. Daar hoort hij de officier van justitie zeggen dat hij schuldig is. Volgens de officier had Rico het slachtoffer ‘langere tijd’ in zijn spiegel kunnen en moeten zien. Hij is dus, zoals dat juridisch heet, ‘aanmerkelijk onoplettend’ geweest en had voorrang moeten verlenen aan de fietsster. De officier eist een werkstraf van 40 uur en zes maanden voorwaardelijke rijontzegging.

Wettelijk gezien kan de officier natuurlijk hoog en laag springen, het is de rechtbank die uiteindelijk beslist over de schuldvraag en de eventuele strafmaat. De eis van een officier van een justitie is goed beschouwd slechts een advies.

Vonnis

Volgens de rechtbank wordt de verdachte ‘in de kern’ verweten dat hij niet of niet goed heeft gekeken of hij wel veilig af kon slaan, waardoor hij geen voorrang verleende. De rechtbank begint met een nuance: ‘Omdat verdachte ook het verkeer voor hem en links opzij van hem in de gaten moet houden, kan van hem niet worden verwacht om continu in de rechterspiegels te kijken’.

Dat gezegd hebbende meent de rechtbank wel dat de verdachte ‘enkele malen’ in de rechterspiegel moet kijken en is de conclusie dat hij het slachtoffer over het hoofd heeft gezien. Dat levert een zogenaamde ‘onachtzaamheid’ op en dat is in het verkeer nu eenmaal verwijtbaar. Daarbij houdt de rechtbank wel rekening met het gegeven dat Moniek met hoge snelheid door rood fietste. Er is geen sprake van schuld in de zwaarste variant van het verkeersrecht.

De rechtbank stipt in het vonnis aan dat een vrachtwagenchauffeur op een druk kruispunt in de stad altijd moet voorkomen dat hij gevaar veroorzaakt, ‘met name voor zwakkere weggebruikers zoals fietsers’. Hij had Moniek kunnen en ook moeten zien.

Rico werd veroordeeld tot een boete van vijfhonderd euro en een voorwaardelijke rijontzegging van drie maanden.

Hoewel de rechtbank in Amsterdam niet uitvoerig stilstaat bij het feit dat Moniek door rood is gereden, vormt het vonnis geen uitzondering op de praktijk van de rechtspraak. In de binnenstad van Groningen werd een chauffeur ook al eens veroordeeld omdat hij een fietser die door rood reed geen voorrang verleende.

Fact of life

De gedachte achter deze op het oog ietwat aparte redenering zit verscholen in ons eigen gedrag. Als fietser in de grote stad rijden velen zeer regelmatig door het rode verkeerslicht. Het is, zeker in grote steden als Amsterdam en studentenstad Groningen, een ‘fact of life’ geworden.

Rechters zitten niet in een ivoren toren. Ze houden rekening met de praktijk en stellen vast dat een (vrachtwagen)chauffeur in een stad simpel rekening moet houden met de ongeschreven wetten die anno 2018 nu eenmaal betekenen dat fietsers en voetgangers zich niet altijd gedragen zoals dat hoort.

Nu zou je ook kunnen zeggen dat je dan een vrachtwagenchauffeur die niet helemaal goed uitkijkt en zich niet perfect aan de regels weet te houden, ook niet kan straffen voor zijn daden. Daar gaat echter volgens het verkeersrecht de vergelijking met fietsers en voetgangers mank. Een vrachtwagenchauffeur behoort volgens vaste jurisprudentie tot de zogenaamde ‘sterke verkeersdeelnemers’ en de wet kiest er voor om de ‘zwakke verkeersdeelnemers’ te beschermen.

Het is immers de vrachtwagenchauffeur die met zijn zware combinatie een potentieel dodelijk wapen in handen heeft. Zeker in de confrontatie met onbeschermde fietsers en voetgangers.

Op een beroepschauffeur rust simpel de verantwoordelijkheid om fietsers en voetgangers te beschermen tegen naderend onheil. De fouten die vele fietsers maken, mogen niet leiden tot ernstig letsel.

Het is en blijft een zware verantwoordelijkheid voor een chauffeur om zich in een drukke binnenstad te begeven. Het gevaar kan van alle kanten komen omdat kleine fouten grote gevolgen kunnen hebben.

Ook als een ander een fout begaat.

Chris Klomp