Clicky


Ook een trein aanrijden is niet altijd strafbaar

Ook een trein aanrijden is niet altijd strafbaar
30-10-2017 10:36 | Column Verkeersrecht | auteur Chris Klomp

Stel je voor dat je als chauffeur van een vrachtwagen geen voorrang verleent aan een passagierstrein, waardoor een zeer ernstig ongeval ontstaat met achttien gewonden. Dan zou je toch zeggen dat je bij een rechter nauwelijks een kans maakt. Toch is dat wel degelijk het geval.

Het is 18 november 2016. Vanaf het station Winsum vertrekt om 11.56 uur een passagierstrein van Arriva in de richting van het verderop gelegen dorp Sauwerd. We reizen even mee met de machinist, in zijn eigen woorden.

'Ik reed weg vanaf het station Winsum en gaf tractie tot een snelheid die daar is toegestaan. Op het eerste stuk is dat 40 kilometer per uur tot aan een klein overpadje net voorbij het station Winsum. Daarna mag ik tractie geven tot 80 kilometer per uur. Ik had vrij baan en vrij zicht over een afstand wat ik niet exact aan kan geven. De weersgesteldheid was goed en ik had zover ik kon kijken zicht. Ik kon het spoor en de seinen goed zien over een afstand van zeker 2.000 meter. Nadat ik de maximale snelheid had bereikt die daar is toegestaan, 80 kilometer per uur, zag ik een tankauto rijden. Deze tankauto reed vanuit mijn zichtpunt van links naar rechts naar het spoor toe. Ik zag dat hij overweg naderde. Door mijn bekendheid ter plaatse weet ik dat deze overweg niet bewaakt wordt met slagbomen. Ik zag dat de tankauto zijn snelheid verminderde toen ik de overweg naderde. Ik passeerde de overweg en zag in mijn ooghoek dat de tankauto nog in beweging was. Ik hoorde links achter mij een knal. Ik voelde dat de trein naar rechts ging overhellen. Ik zag en voelde dat de trein begon te ontsporen en zag dat de trein zich in groef in een wal."

Dit lijkt op het eerste gezicht een helder verhaal over de schuld van de vrachtwagenchauffeur. De trein kan immers geen kant op en het is de chauffeur die de botsing veroorzaakt, niet de machinist. Toch ligt dat wat gecompliceerder.

Uit het onderzoek blijkt dat de chauffeur de trein over het hoofd heeft gezien en daardoor de overweg op is gereden. Hij stelt dat de laagstaande zon hem het zicht ontnam. Toevallig ken ik de omgeving van Winsum een beetje en die laagstaande zon en de onbewaakte spoorwegovergang kunnen inderdaad een gevaarlijke combinatie veroorzaken. Sterker: er ligt een ‘rijke’ geschiedenis van ongelukken in die omgeving.

Daar komt bij dat uit onderzoek van de politie tevens bleek dat de A-stijl (raamlijst) en de spiegels aan de rechterzijde van de truck het zicht van de chauffeur deels belemmerden. Het zicht was dus niet optimaal, maar volgens de onderzoekers had de chauffeur de naderende trein wel op enig moment kunnen en dus ook moeten zien.

Dan maar schuldig verklaren dus aan het ongeluk en de tientallen gewonden? Zo simpel is het niet.

Het Openbaar Ministerie besloot de chauffeur namelijk te vervolgen voor artikel 3 van de Spoorwegwet. Oftewel: ‘Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de spoorweg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de spoorweg wordt gehinderd of kan worden gehinderd’.

En daar zit een juridisch probleem. Dit artikel draait om een ‘zodanige gedraging dat daardoor gevaar wordt veroorzaakt’. Een specifieke verkeersfout dus van de verdachte, waarbij eerst duidelijk moet worden over welke gedraging het gaat en of die gedraging gevaar heeft veroorzaakt.

Het is ten eerste vaste jurisprudentie bij rechtbanken dat het gevolg van een ongeluk (een gewonde, dertig gewonden, zes doden) niet meteen iets zegt over het gevaar. Je kunt immers ook zonder een verkeersfout te maken in een ongeluk terechtkomen, waarbij veel slachtoffers vallen.

Daarbij komt dat de gedraging ook nog eens een zogenoemde ‘minimale ernst’ moet hebben. Het moet – kort gezegd – wel ergens over gaan. Niet iedere fout in het verkeer is meteen ernstig nalaatbaar gedrag, mensen maken nu eenmaal fouten, we zijn geen robots en zelfs een zelfsturende Tesla vergist zich nog wel eens.

De feiten zijn in dit kader als volgt: de chauffeur van de melkwagen had niet gedronken, hij reed niet te hard en zijn combinatie was technisch in orde. De man zat ook niet op zijn telefoon kort voor of tijdens de botsing en had zijn vingers ook niet aan de navigatie of de radio. Bovendien had hij eerder nog wel naar links en rechts gekeken om te kijken of er iets aan zou komen. Kort en goed: de chauffeur was over de gehele linie niet onverantwoord bezig.<

Feitelijk deed de chauffeur niet zo heel veel verkeerd, anders dan dat hij de trein niet aan heeft zien komen. De rechter formuleert dat als volgt: ‘Anders dan de officier van justitie, is de kantonrechter van oordeel dat het enkele oprijden op het spoor met een zware melkwagen geen concreet gevaarzettend gedrag is, net zo min als het enkele niet zien van (in casu) de naderende trein dat is, nu daarbij sprake is van in elk geval niet meer dan momentane onoplettendheid’.

Daar kun je natuurlijk van alles van vinden, maar feit blijft dat verkeersdeelnemers nu eenmaal niet alles zien. Dat is een ongemakkelijke waarheid, maar daarom niet minder waar. En het is juridisch gezien simpel te weinig om iemand gevaarlijk rijgedrag aan te wrijven.

Is er dan helemaal geen sprake van schuld? Dat zou ook weer te gortig zijn, natuurlijk. Feit blijft dat de chauffeur van de vrachtwagen de trein voor had moeten laten gaan. Door dit niet te doen, kon het ongeluk ontstaan.

De rechter zegt hier het volgende over: ‘Door het niet naleven van een belangrijke verkeersregel heeft verdachte het vertrouwen beschaamd dat verkeersdeelnemers in het belang van een veilig verkeer - ook over het spoor – in elkaar mogen hebben’.

Maar er is meer. Wettelijk moet een rechter ook rekening houden met de gevolgen van een ongeluk voor de verdachte zelf. ‘De kantonrechter heeft echter geen enkele reden te twijfelen aan de verklaring van verdachte, ter zitting afgelegd, dat ook hij zeer aangedaan was en dat hij graag zijn verontschuldigingen aan treinpersoneel en de passagiers had willen aanbieden. Daarnaast stelt de kantonrechter vast dat verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van een (verkeers-) misdrijf of een (verkeers-) overtreding’.

En dan is er nog iets. De betreffende overweg was niet van een beveiliging voorzien. En ook dat speelt ook een rol. Volgens de rechter neemt het ontbreken van beveiligingsmaatregelen de schuld van de chauffeur natuurlijk niet weg, maar is de inherent onveilige situatie ter plekke wel een ‘wegingsfactor met betrekking tot de op te leggen straf’. Volgens de rechter heeft de ‘toenmalige specifieke omgeving van de overweg bij de Voslaan te Winsum niet bijgedragen aan een optimaal en verkeersnoodzakelijk overzicht ervan’.

Zoals gebruikelijk maakt de rechter vervolgens een optelsom. De mate van schuld, de persoonlijke omstandigheden, de verkeerssituatie ter plekke en nut en noodzaak van een straf. ‘Dit overwegende, alsmede de door de kantonrechter waargenomen verslagenheid bij, maar ook betrokkenheid van verdachte en dat hij door het bewezen verklaarde feit en de gevolgen ervan reeds daardoor getroffen is, is voor de kantonrechter aanleiding om verdachte schuldig aan dat feit te verklaren, doch zonder oplegging van straf’.

Iedereen mag van alles vinden van deze uitspraak. Persoonlijk vind ik het een mooie afweging van belangen, een fijne objectivering van gegevens en bovenal een menselijke en rechtvaardige beslissing.

Chris Klomp