Clicky


Een trauma voor het leven

Een trauma voor het leven
11-09-2015 09:38 | Column Verkeersrecht | auteur Chris Klomp

Hij zit als een gebroken man voor de rechter. Fysiek groot en sterk, maar mentaal helemaal kapot. Hij heeft het jonge meisje op die scooter echt niet gezien. Echt niet! Anders was het allemaal wel heel anders afgelopen.

Het steekt vrachtwagenchauffeur Nico dat de nabestaanden geen contact willen. Hij snapt het ergens wel, maar ergens anders ook weer niet. "Ik ben de laatste die hun kind levend in handen heeft gehad. Ik vind het ook vreselijk. Echt heel vreselijk.''

Er leek op die dag in een landelijk gebied helemaal niets aan de hand. Hij moest met zijn vrachtwagen pakketjes afleveren en speurde op een smalle weg naar het juiste adres. Helaas reed hij in zijn zoektocht net even te ver door en moest terug. En dat deed hij. De weg was vrij. Dat wist hij zeker. Dus keek hij nog maar een keer goed in de spiegels, draaide zijn raam een beetje open om te luisteren naar eventueel verkeer en zette de vrachtwagen in zijn achteruit.

"Toen was het net of ik over een hobbel reed. Je weet dan meteen dat het fout zit. Ik heb mijn wagen gestopt en ben naar achteren gelopen. Daar lag ze. Ik heb meteen 112 gebeld en ben begonnen met de reanimatie. Het meisje kotste wat Chocomel uit, dus ik dacht dat het wel goed zou gaan. Een omstander deed haar helm af. De politie nam het over en ik ben tegen een lantaarnpaal gaan staan. Toen stortte ik in."

Wat aanvankelijk leek mee te vallen, bleek een nachtmerrie te worden. Het aangereden meisje op de scooter overleed aan de gevolgen van een schedelbasisfractuur. Terwijl haar iPhone doorspeelde in haar oren, stierf ze. En dus werd Nico van de ene op de andere dag een verdachte in een ernstige verkeerszaak.

Tijdens de rechtszaak hoort Nico het relaas van een verkeersdeskundige aan. Die geeft eerlijk toe ook niet alles te weten. Er waren immers geen getuigen van het ongeval. Geen camerabeelden. Hij moet het doen met aannames, maar komt wel tot de conclusie dat het meisje ergens tijdens de hele gebeurtenis te zien moet zijn geweest. Waarschijnlijk toen Nico in het begin de weg op draaide en zij in de verte door het zijraampje zichtbaar werd.

Als de zitting vordert, valt ineens het woord kegel. Iedere chauffeur rijdt met een kegel rond achter zijn vrachtwagen. Volgens de advocaat. Het gevaarlijke gebied waar niemand meer zichtbaar is voor de chauffeur. De dode hoek. De advocaat van Nico denkt dat het meisje in de kegel moet zijn geweest. Onzichtbaar voor Nico. Wat kan een chauffeur dan nog doen? Moet hij uitstappen? En dan? Bij het teruglopen kan er immers weer een nieuwe situatie ontstaan. Nico heeft volgens zijn advocaat alles gedaan wat hij menselijkerwijs had kunnen doen. Dit was een echt ongeluk. Zonder schuldigen.

Dan krijgt de rechtszaak een bijzondere wending. De officier van justitie leest een ongemeen harde slachtofferverklaring voor van de nabestaanden. Zij vergeven het de chauffeur nooit, zo schrijven ze. Er is sprake van haat. Van een vader die niet naar de rechtszaak komt omdat hij bang is dat hij Nico anders wat aan zal doen. De ouders van het meisje voelen helemaal niets bij het lot van de chauffeur. Waarom zou hij zielig zijn? Wij hebben levenslang en hij zal er wel met een werkstrafje van af komen.

Nico breekt. Zijn grote sterke lijf schokt. Hij huilt. "Waarom haatten deze mensen mij zo?", weet hij nog net uit te brengen, voor hij de gang op stapt voor een door zijn advocaat voorgestelde pauze.

Als Nico weer in zijn stoel zit, neemt de officier van justitie het woord. Hij meent dat Nico wel een verwijt te maken valt. Ergens in het hele traject moet het meisje toch te zien zijn geweest. Bovendien moest Nico een bijzondere verrichting uitvoeren. En dan moet je nu eenmaal extra voorzichtig zijn.Waarom was hij niet doorgereden om op een normale manier te keren? Waarom versnelde hij tot 16 km/h om achteruit te rijden? Kon dat niet wat minder hard? Gaf hij dan een ander geen enkele kans meer om te reageren?

De officier meent al met al dat een straf op zijn plaats is. Een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar. Het rijbewijs mag Nico dus houden. Als hij maar niet weer de fout in gaat. De nabestaanden eisen duizend euro schadevergoeding. Dat lijkt de officier alleszins redelijk.

De eis lijkt wat voorbij te gaan aan Nico. Hij is weer enigszins bij zinnen, maar is nog steeds zichtbaar aangedaan door de slachtofferverklaring van de aangeslagen ouders. In zijn laatste woord zegt hij nog eens dat het allemaal verschrikkelijk is. En dat hij niet zielig is. De laatste zin komt er harder uit dan zijn bedoeling is.

Ik blijf over met een dubbel gevoel. Ik snap de woede bij de nabestaanden. Zelfs de haat is te begrijpen. Maar de nabestaanden zien niet wat ik zie. Een man die met zichzelf in de knoop zit. Die geen enkele opzet had op de dood van een ander. Die er zelf ook enorm onder gebukt gaat.

Dat is wat een verkeerszaak met een verdachte doet. Niet een eis of een straf hakt er in. Het is het besef dat een ander het leven heeft gelaten. Dat jij verantwoordelijk bent voor onnoemelijk veel leed. De juridische werkelijkheid kan hoogstens een tijdelijke straf opleveren.

De echte werkelijkheid een levenslang trauma.