Clicky


'Wat je niet kan zien, zie je niet'

'Wat je niet kan zien, zie je niet'
13-05-2015 09:28 | Column Verkeersrecht | auteur Chris Klomp

Henk is een ervaren vrachtwagenchauffeur. Hij is het gewend om in drukke steden tussen talloze fietsers te manoeuvreren. Al vijftien jaren lang. Ruim honderdduizend kilometer per jaar. Roekeloos rijden doet hij niet. Hij kent zijn verantwoordelijkheden.

Toch gaat het op 24 oktober 2014 helemaal mis. Een dag als vele anderen, maar ook een dag met inktzwarte gevolgen voor iedereen die op dat moment in de buurt was. Henk moet rechtsaf bij een splitsing en hij brengt zijn zware Scania daarom eerst rustig tot stilstand. Hij kijkt in zijn spiegels. Niet een enkele keer, maar vele malen. Henk ziet niet wat er wel was.

Bij het rustig oprijden hoort Henk ineens een ijselijke gil naast zijn cabine. Het geluid dat geen enkele vrachtwagenchauffeur wil horen. De ervaren chauffeur trapt meteen op de rem, maar het is al te laat. Onder zijn voorwiel ligt op dat moment een damesfiets. Onder de fiets ligt een jonge vrouw.

Het vreselijke ongeluk lijkt in eerste instantie mee te vallen. Omdat het slachtoffer slechts geraakt is aan haar onderbeen. Een zware verwonding, maar op zich niet dodelijk. In het ziekenhuis gaat het echter van kwaad tot erger. De chirurgen denken dat het been van de vrouw niet meer te redden is en dus besluiten ze tot amputatie. Een noodzakelijk kwaad om een leven te kunnen redden.

De operatie lijkt geslaagd, maar dan gaat het mis. Koudvuur. Een ontsteking weet zich in razendsnel tempo door het lichaam van de vrouw te verspreiden. Uiteindelijk sterft ze.

Ruim zes maanden later stapt vrachtwagenchauffeur Henk de rechtszaal binnen. Hij heeft lang en goed met zijn vrouw gesproken en weet het zeker: ik heb niets verkeerd gedaan. Wat kon hij dan ook meer doen dan in al zijn spiegels te kijken? Hij had haar gewoon niet gezien en wat je niet ziet kun je ook niet aanrijden.

Henk vertelt over de schok toen hij hoorde dat het slachtoffer was overleden. Over het contact dat hij had gezocht met de nabestaanden. Over zijn laatste sms aan de nabestaanden waar nooit meer een reactie op kwam.

Als de rechter wil weten of Henk zijn rijgedrag heeft aangepast, volgt een kleine zucht. "Vlak na het incident keek ik iedere keer wel vijftien keer in de spiegels. Maar wat je niet kan zien, zie je niet.'"

Henk denkt zeker te weten dat hij geen schuld heeft aan het ongeluk. Helaas voor hem vertelt het rapport van de politie een ander verhaal. De spiegels van Henk waren schoon en stonden goed afgesteld. Een test met zijn vrachtwagen wees uit dat Henk de vrouw naast zijn cabine wel degelijk op enig moment had kunnen zien. Ze stonden allebei tegelijkertijd enige tijd stil.

En dan komt de juridische werkelijkheid hard boven voor Henk. Als uit onderzoek namelijk blijkt dat de vrachtwagenchauffeur de fietser op enig moment had moeten zien, dan heeft hij haar dus over het hoofd gezien. Niet opzettelijk, maar dat speelt bij verkeersongelukken geen rol. Het draait in het verkeer om schuld.

Verkeersdelicten kennen een overtreffende trap. Je kunt schuldig zijn door roekeloos te rijden. Omdat je bijvoorbeeld heel erg dronken bent. Dat was Henk niet. Je kunt ook aanmerkelijk onoplettend of onvoorzichtig zijn. Door gewoon niet te kijken en op te rijden. Maar dat deed Henk ook niet.

Wat rest is artikel vijf van de Wegenverkeerswet. Kort gezegd: gevaar veroorzaken op de weg. Een containerbegrip: vrijwel iedereen die een ongeluk veroorzaakt, is immers verantwoordelijk voor het gevaar. Een ijzeren wet.

Maar Henk lijkt het geluk aan zijn zijde te hebben. De officier ziet het na enig wikken en wegen niet. Hij heeft wel eens een vonnis gelezen waarin rechters menen dat een vrachtwagenchauffeur bij minder zicht dan maar van zijn bestuurdersstoel moet komen. Maar de officier is een redelijk mens. Wie van zijn stoel komt, moet ook weer terug. En dan kan de situatie ineens weer heel anders zijn.

En dus meent de officier dat Henk in dit geval toch echt alles heeft gedaan wat menselijkerwijs in zijn vermogen lag. Hij heeft geen schuld aan het ongeluk en waar iemand geen schuld heeft, kan ook geen straf volgen.

Helaas voor Henk spreekt een officier in Nederland geen recht. Dat doet de rechtbank. En die ziet het twee weken later toch anders. Henk is wel degelijk schuldig aan het ongeluk. De rechters gebruiken de standaard-motivatie voor ernstige ongelukken: Henk had de fietser kunnen zien en dus had hij haar ook moeten zien. Hij heeft 'in onvoldoende mate' in zijn spiegels gekeken. Door de fietsster vervolgens geen voorrang te verlenen, maakte hij zich schuldig aan het veroorzaken van gevaar op de weg. Met dodelijke afloop. Het letsel is immers te wijten aan het ongeluk.

Natuurlijk weten de rechters ook wel dat Henk dit nooit heeft gewild. Dat hij het liefst de tijd terug wil draaien. En dat hij echt zijn best deed. Maar dat maakt zijn schuld niet anders. Het is hoogstens van belang bij het bepalen van de strafmaat. En die is mild. De rechters sturen Henk weer op pad met een geheel voorwaardelijke boete van duizend euro met een proeftijd van een jaar. Hij hoeft niets te betalen als hij niet weer opnieuw in de fout gaat.

De rechters weten het. De grootste straf is niet de straf die een rechtbank uit kan delen. Het is het loodzware besef dat een vrouw het leven heeft gelaten omdat een vrachtwagenchauffeur niet zag wat hij uiteindelijk wel had moeten zien.

De naam Henk is gefingeerd om redenen van privacy