Clicky


28 jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist in zaak Anne Faber

28 jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist in zaak Anne Faber
12-06-2018 14:34 | Binnenland | auteur Redactie

UTRECHT - Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 28 jaar en de maatregel TBS met dwangverpleging. Die straf hoorde de 28-jarige Michael P. die ervan verdacht wordt Anne Faber op 29 september 2017 in Zeist te hebben verkracht en gedood vandaag tegen zich eisen.

Na de vermissing van Anne Faber startte een grootschalig onderzoek gericht op het vinden van de jonge vrouw, waarbij ook familie en vrienden zich tomeloos inzetten. Een vrijwilliger vond de jas van Anne; het NFI slaagde erin een DNA-profiel te verkrijgen dat leidde naar de verdachte. Zijn profiel zat na een eerdere veroordeling in de DNA-databank. Omdat Anne nog in leven zou kunnen zijn, werd de aanhouding uitgesteld en de verdachte in de gaten gehouden in de hoop zo achter de verblijfplaats van Anne te komen. Een dag later werd hij aangehouden. De eerste vraag bij zijn aanhouding, was ‘waar is Anne?’. Twee dagen zweeg de verdachte hierover. Op 11 oktober werd haar lichaam gevonden, begraven in Zeewolde.

Bij de politie legde de verdachte vervolgens een bekennende verklaring af. Hij had Anne verkracht, meegenomen, gedood en begraven. In zijn lezing was er een opeenvolging van oorzaken die voornamelijk buiten hemzelf lagen, waardoor hij tot zijn daden is gekomen. Er zou een botsing zijn geweest toen hij uit een ruiterpad kwam rijden op zijn scooter. Toen Anne de politie wilde bellen, dwong hij haar met een mes haar telefoon af te geven en het pad in te lopen. Daar verkrachtte hij haar meermalen. Anne wist zijn mes af te pakken en hem in zijn hand te steken. Dit maakte hem woedend. Hij mishandelde en knevelde haar en nam haar achterop zijn scooter mee naar een toegangshek bij de voormalige vliegbasis Soesterberg. Daar heeft hij haar over een hek getild en vervolgens gedood. Hij begroef haar verderop op de vliegbasis provisorisch – eerst onder bladeren en daarna in de aarde - en verstopte de spullen van Anne op verschillende plekken. De volgende dag bracht hij het lichaam met de auto van zijn moeder naar Zeewolde waar hij het begroef.

Of er een aanrijding tussen Anne en verdachte heeft plaatsgevonden zoals verdachte zegt, blijft de vraag. Ook op andere punten zijn er twijfels over de juistheid van zijn verklaring. Het Openbaar Ministerie vindt bewezen dat verdachte Anne Faber onder bedreiging met een mes heeft verkracht, mishandeld, gekneveld heeft meegenomen en op het terrein van de voormalige vliegbasis Soesterberg heeft gedood. Ondanks diverse aanwijzingen voor handelen met voorbedachte rade kan moord niet worden bewezen. Het Openbaar Ministerie  vindt gekwalificeerde doodslag wel bewezen. Dat wil zeggen, doodslag met het doel de verkrachting en de vrijheidsberoving te verhullen en de straf te ontlopen.

De verdachte wordt ook vervolgd voor twee mishandelingen van twee medewerkers en drie beveiligers van het Pieter Baan Centrum. Op 8 februari tussen de middag werd hem gezegd dat hij moest stoppen met bellen omdat het de beurt was aan anderen. Hij mishandelde drie medewerkers en brak hierdoor zijn middenhandsbeentje . Toen hij daarna – hij had zijn arm in een mitella - in afzondering werd geplaatst en de mitella moest afgeven, reageerde hij weer agressief en sloeg toen zelfs twee medewerkers met de hand die in het gips zat. De betreffende medewerkers hebben aangifte gedaan van deze uitzonderlijke mishandelingen.

In het onderzoek in het Pieter Baan Centrum hebben de onderzoekers een ernstige persoonlijkheidsstoornis vastgesteld, die voortkomt uit een ontwikkelingsstoornis, en afhankelijkheid van Ritalin. Bij stress krijgt de verdachte paranoïde ideeën die aanleiding geven tot agressief handelen. Naast deze impulsieve kant heeft de verdachte ook een berekenende, antisociale kant: hij kan ook op een planmatige manier geweld gebruiken. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog tot zeer hoog. Al met al neemt het OM het advies over de verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.

Over de aanhouding merkten de officieren op dat dit vooraf was besproken en dat er opdracht was gegeven om de verdachte stevig vast te pakken en hem indringend te vragen waar Anne was zonder hem op zijn zwijgrecht te wijzen. “We gingen ervan uit dat Anne nog in leven kon zijn, het was een kwestie van leven of dood op dat moment”. Het OM en de politie hebben echter steeds gezegd dat mishandelingen niet mogen plaatsvinden.

Direct bij de aanhouding heeft de politie gedreigd met de hond en bij het vervoer is zijn schouder gebroken. Deze drukmiddelen, ingezet om Anne terug te vinden, zijn onderzocht door de Rijksrecherche, onder leiding van een officier van justitie van het parket Noord-Holland. De bevindingen van dit onderzoek zijn dat één politieambtenaar pijnprikkels heeft toegediend door met de handboeien te draaien. Ook is er gedreigd met inzet van een politiehond als verdachte niet zou vertellen waar Anne Faber zich bevond. De officier van parket Noord-Holland heeft geoordeeld dat de betrokken politiemedewerkers niet vervolgd worden. In de hectiek en onder de omstandigheden van deze uitzonderlijke zaak mochten zij veronderstellen dat het gebruikte geweld binnen hun taakomschrijving viel. Verder is niet te bewijzen dat het schouderletsel met opzet is veroorzaakt en hoe dit is ontstaan.

Voor de zaak van Midden-Nederland moet het niet geven van de cautie leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaring die de verdachte heeft afgelegd tot aan het moment dat hij is gewezen op zijn zwijgrecht, vindt het Openbaar Ministerie. In die periode heeft hij niet verteld waar Anne was. De drukmiddelen leiden, gezien de omstandigheden en tijdsdruk niet tot strafvermindering. Niet is vast komen te staan dat de breuk aan de schouder opzettelijk is veroorzaakt en daarom moet dat letsel in deze strafzaak niet worden meegewogen. In hoeverre de cautie, drukmiddelen en de schouder meewegen is in het uiteindelijke vonnis is aan de rechter.

De officier van justitie sprak over ‘weerzinwekkende’ feiten. ‘De angst die Anne in de laatste momenten van haar leven moet hebben gevoeld, tart elke verbeelding’. Bovendien is hij ‘buitengewoon respectloos met haar lichaam omgegaan’ en ‘heeft hij liever zelf de dans willen ontspringen dan de ouders van Anne uit de onmenselijke onzekerheid te verlossen’. Uit de verklaringen die de familie ter zitting aflegde, werd het immense verdriet om het verlies van Anne voelbaar. De officieren van justitie legden uit waarom zij niet levenslang eisten. Dit zou er toe kunnen leiden dat de verdachte op enig moment onbehandeld terug zou keren in de maatschappij. Om deze maximaal te beveiligen moet de strafoplegging gericht zijn op behandeling van zijn stoornis. Alles overwegende eisten de officieren een gevangenisstraf voor de duur van 28 jaar en de maatregel tbs met dwangverpleging. Ook moeten de vorderingen van de nabestaanden worden toegewezen tot een bedrag van ca. anderhalve ton.