Clicky


Defensie wisselt chauffeurs uit met transportbedrijf DSV

Defensie wisselt chauffeurs uit met transportbedrijf DSV
09-04-2018 13:38 | Bedrijfsnieuws | auteur Redactie [FE]

DEN HAAG - Defensie en internationaal transportbedrijf DSV gaan personeel uitwisselen. Op drukke momenten kan de landmacht gebruik maken van chauffeurs van DSV. En andersom profiteert het bedrijf zo van militairen. Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Kees Matthijssen en Peter van der Maas van DSV bekrachtigden de pilot Logistiek en Personeel vandaag.

Op piekmomenten als grote schietoefeningen in Duitsland maakt Defensie gebruik van DSV-personeel. Op momenten dat het spitsuur is bij DSV worden militairen ingezet als chauffeur, maar ook in hun magazijnen in onder andere Venlo, Moerdijk en ’s-Heerenberg. DSV is een internationale leverancier van transport en logistieke diensten met zo’n 45.000 werknemers en vestigingen in 80 landen.

De partijen gaan hun personeel opleiden om bij elkaar te kunnen werken.

Meer aanpassingsvermogen

De pilot volgt uit de plannen voor een adaptieve krijgsmacht. Voldoende aanpassingsvermogen moet ervoor zorgen dat Defensie flexibel kan inspelen op (onverwachte) ontwikkelingen. Binnen dat concept wil Defensie op grote schaal gaan samenwerken met civiele bedrijven en instanties. Zo kan Defensie altijd beschikken over de benodigde capaciteit, zonder (specialistisch) materieel of personeel persé zelf te moeten aanschaffen of in dienst te hebben.

Deal over CV90-gevechtsvoertuig

Ook de overeenkomst van vorige week met producent BAE Systems Hägglunds valt onder het streven naar meer adaptiviteit. De deal verbetert de materiële gereedheid van het CV90-infanteriegevechtsvoertuig. De ondertekening gebeurde bij de Nederlandse onderaannemer van het Zweedse bedrijf, de firma Van Halteren Metaal in Bunschoten.

Het contract gaat over bevoorrading, logistiek, reserve-onderdelen, onderhouds- en herstelwerkzaamheden en onderwijsleermiddelen.

Bijzonder is dat Defensie samen met de industrie de zogenoemde herstelbare hoofdcomponenten gaat repareren. De landmacht kijkt samen met de industrie óf het hersteld kan worden en zo ja: door de landmacht of civiele specialisten. Afgesproken is dat de landmacht in dit laatste geval mag meekijken om maximaal te leren.