Clicky


FNV Spoor roept Tweede Kamer op: Kies voor sociale veiligheid en tegen oneerlijke concurrentie op arbeid

FNV Spoor roept Tweede Kamer op: Kies voor sociale veiligheid en tegen oneerlijke concurrentie op arbeid
06-03-2018 10:17 | Arbeidsvoorwaarden | auteur Redactie [FE]

AMSTERDAM - FNV Spoor is tegen oneerlijke concurrentie op het spoor. FNV Spoor is dan ook verheugd dat GroenLinks, PvdA en SP dinsdag 6 maart een aantal moties indienen, waarmee centraal wordt geregeld dat de buitenlandse vervoerders aan dezelfde arbeidsvoorwaarden en sociale-veilgheidsbezettingseisen moeten gaan voldoen als NS.

Henri Janssen, bestuurder FNV Spoor: "Ik roep alle Tweede Kamerleden op deze moties te steunen, want in alle treinen moeten dezelfde veiligheidseisen gelden en dezelfde arbeidsvoorwaarden voor personeel. Als reiziger moet je weten dat je altijd veilig bent en als conducteur of machinist moet je hetzelfde betaald krijgen dan treinen in een andere kleur. Ontwikkelingen in Nederland die de sociale veiligheid van het openbaar vervoer doen afnemen, kunnen wij niet accepteren."

Dinsdag 6 maart debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de toekomst op het spoor. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) geeft antwoorden op vragen van de Tweede Kamer. Eind januari heeft FNV Spoor in een hoorzitting al duidelijk gemaakt dat marktwerking op het spoor niet goed is voor de maatschappij, de reizigers en de spoormedewerkers.

Janssen: "FNV Spoor is tegen marktwerking in het openbaar vervoer. Maar zolang daar nog sprake van is, moet er gestopt worden met oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden en sociale veiligheid. Er moet daarom een eind komen aan het verschillend inzetten van conducteurs op treinen."

Agressieakkoord

Zo zet de NS op alle treinen minimaal één conducteur in, die gecertificeerd BHV’er, EHBO’er en Boa-bevoegd is. Op risicotreinen worden twee conducteurs ingezet, zoals afgesproken in het ‘agressieakkoord’ met het ministerie. Uit alle onderzoeken blijkt dat deze inzet preventief werkt. De andere vervoerders spreken met de provincie echter veel slechtere bezettingseisen af. In sommige concessies wordt er slechts op 25 procent van de gereden kilometers met een steward gewerkt. Zoals de directies van het Franse en Duitse staatsbedrijf Keolis en Arriva ook laten weten, zetten zij ‘daar waar nodig in’.

Janssen: "Dat betekent dat men reageert op incidenten en geen personeel inzet om die te voorkomen. Met als resultaat dat de sociale veiligheid voor de reiziger ernstig in geding is gekomen. De sociale veiligheidsafspraken zijn naar aanleiding van diverse heftige incidenten tot stand gekomen. Dat was dus een vooruitgang, dat laten wij ons vanwege marktwerking niet ontnemen. Reizigers en werknemers dienen veilig in een trein te zitten."

Oneerlijke concurrentie

De buitenlandse vervoerders hanteren bovendien 10 procent tot zelfs 16 procent lagere arbeidsvoorwaarden. Henri Janssen: "Buitenlandse staatsbedrijven zullen toch op zijn minst aan de zelfde arbeidsvoorwaarden als NS moeten voldoen. Op de postmarkt kan je zien, welk effect marktwerking zonder gelijk speelveld heeft. De kwaliteit van de postbezorging daalt, net als de arbeidsvoorwaarden van de postbode."

Op het spoor heeft oneerlijke concurrentie dan ook een verslechtering van de kwaliteit tot gevolg. Bij overstappen zullen de reizigers nog vaker moeten in- en uitchecken en als je dat vergeet, betaal je als reiziger de hoofdprijs. Verder zal iedere vervoerder de doelstellingen uit de eigen concessie willen behalen, zodat er nooit sprake zal zijn van een vloeiende samenwerking en een landelijke dienstregeling.

Janssen: "En omdat het om concessies voor bepaalde tijd gaat, raakt de langetermijnvisie uit het oog. Terwijl de mobiliteitsvraagstukken waar Nederland voor staat, juist een langetermijnvisie nodig hebben."