Verdachte zaak-Milica weigerde DNA af te geven

ZAANDIJK - De man die wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van Milica van Doorn in 1992 weigerde DNA-materiaal af te geven. De 47-jarige Zaandammer werd daartoe na zijn aanhouding zaterdag verplicht, bleek maandag tijdens een persconferentie van politie en het Openbaar Ministerie (OM) in Zaandijk. Via een familielid, dat wel meewerkte aan het onderzoek, kwam de politie hem op het spoor.

Volgens hoofdofficier van justitie van het OM in Noord-Holland Bob Steensma is de zaak-Van Doorn de eerste die via DNA-verwantschapsonderzoek heeft geleid tot de aanhouding van een verdachte. In totaal werden voor het onderzoek 133 mannen uit de Turks-Nederlandse gemeenschap benaderd om aan het onderzoek deel te nemen. Van hen gaven er 125 gehoor aan het verzoek. Met zes was de politie nog in gesprek. Twee weigerden DNA af te geven.

Hoofd opsporing van de politie Noord-Holland Rob van Bree benadrukte dat zijn weigering de man nog niet automatisch tot verdachte maakte. Dat gebeurde pas toen in het DNA-profiel van een familielid overeenkomsten waren ontdekt. De verdachte Zaandammer zit in beperkingen. Dat betekent dat hij alleen contact mag hebben met een advocaat. Dinsdag wordt hij voorgeleid aan de rechter-commissaris op verdenking van moord dan wel doodslag, en verkrachting van Milica van Doorn.

Volgens Steensma betekent de aanhouding nog niet dat de zaak is opgelost. "De verdachte is nog maar kort verhoord. Veel hebben we nog niet besproken. En uiteindelijk moet de rechter bepalen of deze man schuldig is.''

De familie van het slachtoffer is zondag geïnformeerd door de politie. Een woordvoerder van de familie sprak van ,,een enorme ontlading en opluchting. We hebben het volste vertrouwen in het vervolg van het onderzoek in de zaak."